16 augustus 2008

Aanstaren of negeren?

Als er iemand op je afrijdt, half opzij hangend in zijn elektrische rolstoel, met zijn tong uit z’n mond, en ogen die elk een andere kant op lijken te kijken, wat doe je dan? Kijk je uitgebreid wat voor gek er nu weer aankomt? Zie je ineens een vlek op je jas en houd je je ogen daar strak op gericht, of groet je vriendelijk terwijl je iedere andere onbekende klakkeloos in stilte voorbij zou lopen?

Vandaag werd het mij ineens duidelijk. Lieve loopt achter. Flink achter. Ze is bijna 20 maanden en ze kan nog niet los staan, kan zich nog niet optrekken, laat staan lopen. En andere kinderen van dezelfde leeftijd kunnen dat allang. Natuurlijk weet ik dit al tijden, we lopen bij de kinderarts omdat ze klein van stuk is, en omdat ze zich niet zo vlot ontwikkelt, maar vandaag sloeg het bij me in.

Ik was vanochtend naar peuterzwemmen, en sloot mij aan bij het lesje van kindertjes van ongeveer dezelfde leeftijd. Ik had nog overwogen om een groep eerder mee te doen, maar dat waren wel weer hele kleine baby’tjes. Een van de meiden die met haar dochtertje ook meedeed, herkende ik van babymassage en ik had haar wel vaker in het zwembad gezien en even gesproken. Geen dikke vriendin, maar een blijk van herkenning was leuk geweest.
Na wat leuke liedjes, gespetter en zelfs een duik onderwater (wat Lieve zonder protesteren glansrijk doorstond!) moesten de kleintjes op de kant klimmen en in het water springen. Dat kan ze natuurlijk helemaal niet. Alle kindjes klommen met een beetje hulp op de kant. Lieve deed ook heus een serieuze poging, maar uiteindelijk zette ik haar maar gewoon neer. Op haar billen, want van staan en springen kan natuurlijk geen sprake zijn.

En het geeft niet. Echt niet. Ze mag zijn wie ze is, en ik hoop gewoon dat ze zich voldoende ontwikkelt om gelukkig te kunnen zijn met haar lijf en haar leven, ik weet niet hoe het gaat, hoe ernstig en blijvend het is, en wat er met haar aan de hand is. Ze ontwikkelt zich nog steeds en ik ben trots op elk stapje dat ze neemt.

Maar wat gek genoeg wel pijn deed is dat ik volslagen genegeerd werd. De dame van babymassage zag mij niet en herkende mij niet. Of wilde mij niet herkennen. Ik vul voor haar in dat ze mij wel herkende, wist dat onze kinderen ongeveer even oud zijn, en het verschil in ontwikkeling bemerkte. De andere dames met kinderen, allemaal natuurlijk ongeveer even oud want anders ‘zwommen’ ze niet in dit groepje, spraken ook niet met mij. En ook de leidster van het peuterzwemmen kwam niet even vragen hoe oud ze is, en of ze wel in het goede groepje zat.

Misschien waren al die mensen wel heel erg bezig met hun eigen kleintjes en hebben ze mij echt niet gesignaleerd, ik heb met Sterre eigenlijk ook nooit veel contact gehad tijdens het babyzwemmen, het ligt heus aan mij. Feit is echter dat ik me nu erg eenzaam voelde en ik begon me een beetje te realiseren hoe het voelt als andere mensen merken dat jij een kindje hebt dat ‘anders’ is. Mensen zullen Lieve niet zo snel aanstaren. Lieve is gewoon een grappig grietje om te zien, en gezien haar kleine lijfje zal iedereen haar veel jonger inschatten zodat haar achterstand mee lijkt te vallen. Maar als je het gevoel hebt dat andere mensen bewust NIET naar je kijken, voel je je alsof jouw kindje niet de moeite waard is, of haar bestaan ontkend wordt, terwijl jij net zo gek bent op je kindje als iedere andere moeder en je net zo trots bent en er net zo graag over wilt kletsen. Ook over haar achterstand, en ook over die andere kindjes die wel lekker op schema liggen. Je wilt gewoon dat jouw kindje er ook bij hoort, en mag zijn wie ze is.

Negeren is dus geen optie, als je die spast van de eerste alinea tegenkomt. Aanstaren is al beter. Zolang je maar niet net doet alsof je iemand niet ziet terwijl je ‘m duidelijk wel hebt gezien. Want ik denk dat ieder mens uiteindelijk vooral behoefte heeft erkend te worden . Je bent er, en je mag er zijn, zoals je bent.