30 juni 2011

Blogkermis: Zelfcensuur.

Bedankt, Kenny, voor het plaatsen van mijn blogartikel.
Ik heb met mijn blog dagboek met een slotje, meegedaan aan een "blogkermis". De blogkermis is nu geopend: Lees ook de andere artikelen over zelfcensuur!

Zin om daarna zelf ook te schrijven? Ik ben nog op zoek naar blogs die een psychologisch onderwerp aansnijden. Dat lijkt heel breed, en dat is het ook! Misschien wel te breed....maar ik weet dat je het kan! Verras je lezers met een psychologische analyse van de zittende politici, schrijf een artikel over de kwakzalverij van NLP, of overtuig je lezers van mindfullness. Of iets anders. Het is aan jou. Maar nu eerst even lezen over zelfcensuur. Zolang je het maar niet te strikt toepast, en wel gewoon een artikel inzendt!

25 juni 2011

Janken en Jengelen

Image: akeeris / FreeDigitalPhotos.net
Na al het politiek geneuzel van de laatste dagen, heb ik zwaar behoefte aan een wat lichter onderwerp, een beetje dichter bij huis. Ook zin om een psychologisch getint blogartikel te publiceren? Doe mee aan de blogkermis psychologie!

Isn’t she lovely, isn’t she wonderfull”, dat liedje speelde door mijn hoofd terwijl ik naar mijn pasgeboren tweede dochter keek, die heerlijk tegen me aan lag. Inmiddels al weer ruim 4 jaar geleden, overigens. En ze was (en is) ook lovely en wonderfull, natuurlijk. Maar toch zei ik na 6 weken tegen mijn man, quasi grappend: “Ik hoef d’r niet meer”. Echt leuk was het grapje niet, en ik vond het ook helemaal niet leuk. Want wat was ik moe. Doodmoe van het ’s nachts wakker gehouden worden, en overdag niet bij kunnen komen vanwege haar allerliefste oudste zusje (destijds 2 ½) die ook nogal wat aandacht behoefde. ‘s Nachts wakker van het huilen van de jongste, en overdag geïrriteerd door het jengelen van haar grote peuterpuber zus. Wat een ellende.
Ik ben het aan mijn kinderen verplicht te melden dat ik eigenlijk best makkelijke kinderen heb. De oudste sliep doorgaans gewoon lekker door de nachtelijke huilbuien van haar zusje heen en nog geen week na het plaatsen van mijn jongste op marktplaats (nee, niet echt) sliep ze  al hele nachten door. Ik heb dus eigenlijk niets te klagen.
Alleen zo nu en dan, als er ’s nachts eentje wakker wordt door een enge droom of een nat bed, roepen ze altijd om mama en moet ik er uit om een en ander op te lossen. En daar word ik steevast kei chagrijnig van.

Gisteren las ik op nu.nl over een onderzoek waarbij geluiden als huilen van baby’s, en jengelen werden vergeleken met zaagmachinegeluiden, stilte en gewone spraak van volwassenen. Ze waren zo vriendelijk het originele artikel bij te voegen, zodat ik het zelf kon lezen en ontdekken dat Nu.nl het niet helemaal correct weergaf. Maar dat terzijde.

Op het onderzoek zelf valt nog wel iets af te dingen. Zo werd het gejengel, waarvan ze aangaven dat dit doorgaans wordt ingezet door peuters tussen de 2 en de 4, in het experiment door volwassenen gedaan. Volgens de onderzoekers was het niet mogelijk om een opname van een minuut te maken van een jengelend kind. Guess again! Ik ken er wel een paar. Kom maar halen, dat geluidsfragment!

Maar goed, terug naar de resultaten. Het bleek dat met name het jengelen mensen van hun werk hield, maar ook huilende babies en geluiden van mensen die op zo’n pieptoontje tegen kleine kinderen praten (‘motherese’). Bij het maken van sommetjes werden ze namelijk zo afgeleid door deze geluiden dat ze minder sommetjes maakten dan tijdens stilte. Terwijl mensen dus niet minder sommetjes maakten als ze met zaagmachinegeluiden werden geconfronteerd.

Dat mensen worden afgeleid door jammer en gemekker, vind ik niet zo opzienbarend. Waar ik de nadruk op wil leggen, is dat er GEEN VERSCHIL WAS TUSSEN MANNEN EN VROUWEN. Ha! Mannen worden dus net zo hard afgeleid! Hoe kan het dan toch zijn dat mijn man echt NOOIT wakker wordt van het gehuil. Echt, hij doet het niet expres, en ik mag hem ook het bed uit schoppen om naar haar toe te gaan zo vaak ik wil. Maar voordat ik hem er dan uit heb is het kind hysterisch en ik ondertussen zo wakker dat ik net zo goed zelf kan gaan. En dat doe ik dan ook meestal.  

Ook interessant was het percentage fouten dat gemaakt werd. Het bleek dat mensen meer fouten maakten tijdens het jengelen (en dat IS ook een partij irritant!) dan tijdens
‘motherese’ of machinegeluiden. Wat dit in ieder geval wil zeggen, is dat gejengel het meest verstorende geluid was. Geen wonder dat ik in de tijd dat mijn tweede net was geboren, het gejank ’s nachts meestal nog wel redelijk adequaat kon oplossen, maar dat mijn arme oudste het overdag moest bezuren. Het is tenslotte wetenschappelijk bewezen, dat gejengel gewoon zwaar irritant is.

Wat ik dan weer vooral heel opvallend vind, is dat er ook een sekseverschil werd gevonden. Alle geluiden bij elkaar genomen, maakten mannen gemiddeld meer fouten dan vrouwen. Let op, hè! Heb je dat goed begrepen? Mannen maakten dus meer fouten dan vrouwen tijdens huilen en jengelen.
De sekseverschillen nog even samengevat: mannen en vrouwen zijn net zo afgeleid door allerlei kindergeluiden, maar mannen hebben er MEER LAST VAN!!!!

Nog meer reden, lijkt mij, dat ze er ook iets aan doen. Hou dus op met net doen alsof je slaapt, en ga dat kind troosten. En niet hier mee naar toe nemen. In eigen bed laten. Laat me slapen!

23 juni 2011

Oma, vertel eens over vroeger... (een toekomstverhaal)

Image: FreeDigitalPhotos.net
“Maar oma, deed er dan niemand wat tegen die meneer?”
“Jawel, lieverd. Sommige mensen twitterden, of schreven er een blog over. En er werd ook veel over gesproken op televisie. Er waren veel mensen boos op die meneer.”
“Maar toch mocht hij zeggen dat de Islam een achterlijke cultuur was?”
“Ja, dat mocht van de rechter”.
“Mocht je dan alles maar zeggen wat je wilde?”
“Hm…zo’n beetje. De rechter zei wel dat wat hij zei het op het randje was, maar strafbaar was het niet."
“En hoe kan het dan dat die meneer in de regering zat?”
“Nou, dat kwam zo: Eerst zaten hij en zijn partij niet in de regering, schat. Hij ‘gedoogde’ het kabinet. Maar feitelijk kwam het er op neer dat die regering die bestond uit een christelijke partij en een liberale partij voor het karretje van die meneer werden gespannen. Zo kwamen er allerlei zaken die tegen de Islam en moslims in gingen op de politieke agenda. Ritueel slachten, het verbieden van het dragen van boerka’s… “
 “Maar, oma?”
“Ja?”
“Nederland was toen toch een democratie?”
“Ja lieverd, dat klopt”.
“Dan…….hadden de Nederlanders die meneer toch zelf gekozen?”
“Inderdaad. Toen hij het kabinet gedoogde, hadden 1,5 miljoen Nederlandse kiezers gekozen voor de partij van die meneer”
“Waarom kozen ze die meneer dan?”
“De meeste mensen die op die meneer stemden, vonden dat die meneer gelijk had”.
“Wat zei hij dan precies?”
“Hij zei, dat de Islam gevaarlijk was, dat Islamitische mensen Nederland over wilden nemen, en ons wilden onderwerpen. Hij had vooral een hekel aan Marokkanen. Hij maakte mensen bang, door te zeggen dat de moslims die in ons land leefden, nu wel net deden alsof ze bij ons wilde horen en ons niet wilde onderwerpen, maar dat dat wel zou veranderen als er meer moslims zouden komen”.
“En was dat zo?”
“Ik denk van niet”
“Waarom geloofden mensen het dan?”
“Omdat mensen het fijn vinden, als ze zich beter kunnen voelen. Hij zei ook dat de Nederlandse cultuur wel 1000x zo goed was als de Islamitische cultuur. Hij sprak vooral mensen aan die hij ‘Henk en Ingrid’ noemden. Lager opgeleide mensen, die het niet makkelijk hadden in het leven, en dus graag hoorde dat het de schuld was van ‘Ali en Fatima’, een groep die volgens die meneer minder waard was dan zij. Als je het niet makkelijk hebt, is het prettig iemand de schuld te kunnen geven, en je beter te voelen over jezelf.”
“Maar waren er dan zoveel Marokkanen enzo in Nederland?”
“Dat hangt er een beetje vanaf wat je veel noemt. Ongeveer 1 op de 10 mensen was een niet-westerse allochtoon. Dat zijn mensen die zelf, of hun papa en mama niet als Nederlander geboren zijn, maar in een land buiten Europa, Japan, Indonesie of de VS.”
“Dat vind ik niet echt heel veel”.
“Ik ook niet,  maar was wel een beetje een probleem met een aantal van die allochtonen.”
“Wat dan?”
“Al hoewel de meeste allochtonen gewoon naar school gingen, of werkten en niemand kwaad deden, waren er ook wel een aantal die misdrijven pleegden of overlast bezorgden.”
“Hoeveel dan?”
“Dat weet ik niet precies, maar van alle mensen die verdacht werden van een misdrijf (dus dan weet je nog niet zeker of ze het ook gedaan hebben) was 1 van de 4 een niet-westerse allochtoon. Dus bijvoorbeeld een Marokkaan, Antilliaan of Turk.”
“Dat is best wel veel….”
“Jawel, maar als je ervan uit gaat dat al die verdachten ook daadwerkelijk schuldig waren, dan zouden dat er op de 100 niet –westerse allochtonen….ongeveer 3 zijn. Dat betekent dat 97% gewoon normaal doet”.
“Dus de meeste waren gewoon goed?”
“Inderdaad. Maar ondertussen vielen de criminele allochtonen wel het meeste op. Ten eerste omdat ze iets crimineels deden, en ten tweede omdat ze allochtoon waren. De criminelen kwamen op het nieuws, niet de mensen die het goed deden, want goed is geen nieuws. En meestal werd het land van herkomst ook genoemd, zodat het net leek alsof dat bij elkaar hoorden: crimineel en bijvoorbeeld marrokkaan zijn. Dat noem je een illusionaire correlatie.”
“Een wat?”
“Laat maar, dat is een beetje te ingewikkeld.”
“Maar oma, dat was dan toch niet eerlijk, dat al die marokkanen en antillianen en zo, de schuld kregen alle criminaliteit die maar een paar van hen deden, en dat die meneer zei dat ze Nederland over wilde nemen, terwijl hij dat maar verzon?”
“Hm..ja, dat vond ik ook.”
“Wat gebeurde er toen?”
“Aja. Nou, ik vertelde al dat die meneer niet in de regering zat, maar het gedoogde. De regering deed allerlei dingen die Henk en Ingrid ook niet leuk vonden. Ze schaften bijvoorbeeld het persoonsgebonden budget af, zodat heel veel mensen met een beperking in de problemen kwamen, ze bezuinigden op onderwijs, zodat er nog minder mensen in het onderwijs wilden werken en Nederland het internationaal gezien steeds slechter deed op kennisgebied. Verder maakte ze alles wat die meneer “linkse hobbies” noemde, veel duurder dan eerst.”
“Wat zijn nou weer linkse hobbies?”
“Dat is alles wat met theater, muziek, kunst en dat soort dingen te maken heeft. Daar moesten de mensen meer belasting over betalen. Dat betekende dat als je een kaartje kocht om naar een hardrockconcert te gaan, je extra geld moest betalen voor de overheid. Daardoor werd het erg duur, en konden Henk en Ingrid niet meer naar dat soort dingen toe.”
“En toen?”
“Toen kwamen er weer verkiezingen. En veel mensen in het land vonden dat de regering het heel slecht had gedaan. Het ging toen niet zo goed met Nederland. De mensen met grote huizen, waren er op vooruit gegaan. ‘Henk en Ingrid’, echter, waren er alleen maar op achteruit gegaan. Ze gaven die meneer niet de schuld, want die had niet echt in de regering gezeten. In zijn nieuwe campagne, maakte hij handig gebruik van zijn jaren als gedoogpartner. Hij was nergens verantwoordelijk voor, behalve voor wat hem goed uitkwam. Er kwamen steeds meer Henk en Ingrids’, en toen werd zijn partij de allergrootste partij. Na veel gesteggel, vormde hij een kabinet, dat gedoogd werd door een aantal christelijke partijen. En toen ging hij pas echt los. De ‘kopvoddentax’ of te wel hoofddoekjesbelasting die hij altijd al had willen invoeren, werd ingevoerd.”
“Mocht je dan geen hoofddoek dragen?”
“Ja, dat mocht wel, maar dan moest je geld betalen.”
“Dat is toch…”
“Raar? Inderdaad. Dat was raar. Oma heeft toen ook nog een tijd met een hoofddoek rondgelopen, zonder belasting te betalen. Maar daar is ze na een tijdje mee gestopt….
Verder zette hij alle allochtonen het land uit, die een misdrijf hadden begaan. Zelfs als ze alleen winkeldiefstal hadden gepleegd, en zelfs als ze hier waren geboren. Ook moesten alle mensen laten registreren van welke etniciteit ze waren. Dus ook al was je hier geboren en had je de Nederlandse nationaliteit, maar waren je ouders antilliaans, dan stond er “Antilliaans”.
“Ik heb ook wel eens iets gehoord over dat ze een ster op hun jas moesten naaien?”
“Nee, dat was een andere meneer. Dat is meer uit de tijd van je overgrootvader en moeder. Die meneer woonde in Duitsland, had geen hekel aan de Islam maar aan het Jodendom. Hij vond dat Duitsers beter waren dan Joden, en gaf Joden de schuld van de slechte economie. Hij liet een grote J in hun persoonsbewijs zetten, ze mochten niet meer als ambtenaar werken, en heeft ze bijna allemaal uitgemoord.”
“Hm…oma, leek deze meneer dan niet op die Duitse meneer?”
“Vind je?”
“….ja…?”
“Nee joh. Deze meneer was juist gek op joodse mensen.”

Dit verhaal is bedoeld ter amusement en het geschetste toekomstbeeld is natuurlijk verzonnen en fictief. Desalniettemin zijn de cijfers die genoemd worden gebaseerd op gegevens van het CBS uit 2008, en worden er daadwerkelijke partij programmapunten, en uitspraken aangehaald van een hier niet nader te noemen partij. Verder wil ik benadrukken dat de auteur van dit stuk, alhoewel zelf atheistisch (of misschien liever: agnostisch), respect heeft voor ieders recht op godsdienstvrijheid. 

22 juni 2011

Ritueel slachten

Okee, ook mijn 2 cents nog maar even over ritueel slachten dan.
Vooropgesteld dat ik religie überhaupt onzinnig vind, en alles wat je uit naam van boeken doet die gaan over een niet bestaande entiteit, derhalve nergens op gestoeld, heb ik toch een probleempje met de discussie over ritueel slachten.
Waarom gaat de discussie in de politiek nu juist over deze dieren, en veel minder over de dieren die dagelijks in enorme hoeveelheden in onze bio-industrie "leven" en omgebracht worden?

Ik ben geen deskundige op het gebied van leed en lijden, dus ik heb geen mening over de vraag of ritueel slachten nu juist meer, of minder lijden betekent voor een dier dan voor het slachten verdoofd worden met een electrische shock, of iets dergelijks. Ik weet alleen dat de verdoving die ik bij de tandarts krijg, mij al de tranen in de ogen doen springen. Waar het mij echter om gaat, is dat bij dieren die Halal dan wel Kosjer geslacht worden, volgens de voorschriften van beide religies, in elk geval een goed leven moeten hebben gehad en zijn er een aantal voorschriften die ook de stress voor het beest moeten voorkomen. En dat, beste lezer, vind ik nu juist een stuk minder barbaars over komen dan onze bioindustrie, waar we ons wel druk maken over de zo pijnloos mogelijke dood van de beesten, maar dat we ons minder druk maken over het leven dat deze dieren geleefd hebben.

Als ik moet kiezen tussen twee kwaden, heb ik liever een mooi leven gehad, waarna ik gewelddadig om het leven kom, dan dat ik mijn leven slijt opgesloten in een klein kamertje waar zo nu en dan wat eten naar binnen geschoven wordt, maar waarna ik een zachte dood mag sterven, aangezien mijn keel pas afgesneden wordt na een stroomstoot door mijn hoofd terwijl ik ondersteboven aan een haak aan het plafond hang.

Bovendien valt het nog maar te bezien of de dieren, als ze een natuurlijke dood waren gestorven, een pijnloze en stressvrije dood tegemoet waren gegaan. Net als mensen, zouden ze dan wellicht een nare ziekte hebben gekregen, een langdurig ziektebed hebben moeten doorstaan, of zouden ze op hun oude dag zijn vereenzaamd. Ook geen pretje. Daarbij vergeleken lijkt met een scherp mes je keel doorsnijden ineens niet meer zo heel erg rampzalig. Lang niet iedereen sterft tenslotte rustig in zijn slaap.

Enfin, alle gekheid op het spreekwoordelijke stokje, instanties als Wakker Dier begrijp ik wel, die ageert tegen zowel de bio-industrie als ritueel slachten, en feitelijk tegen elke consumptie van dieren. Dat is consequent. Partij voor de dieren snap ik ook wel, ook zij zijn gewoon tegen beide, en grijpen alles aan om een standpunt van hen verwezenlijkt te krijgen.

Wat ik echter niet snap, of helaas echter vreselijk goed snap, is waarom onze huidige politiek zo ontzettend inzoomt op juist het ritueel slachten en niet van plan is het veel massalere dierenleed in de bio-industrie rigoureus aan te pakken. Naast economische redenen (een strop als het verbieden van bio-industrie kan onze economie vast niet hebben) is het ook gewoon weer de tijdsgeest van nu, om lekker de Islam en volgelingen te pesten. Jammer voor Geert dat er ook sprake is van Joden, maar je moet iets over hebben voor de goede zaak.

Resumerend: Alhoewel ik hou van een stukje vlees, en zo hypocriet ben om lang niet altijd biologisch vlees te kopen,  zou ik het goed vinden als de hele bio-industrie verdwijnt en alle dieren een goed leven krijgen. Als ze daarna geslacht worden, dan liefst zo pijnloos en stressvrij mogelijk. Daarbij kan religie mij gestolen worden, dus mag wat mij betreft het ritueel slachten best verboden worden.
Dat dieren lijden als ze vermoord worden, is mij helder. Mijn vraag blijft echter, of het niet veel belangrijker is dat de dieren tijdens hun leven goed behandeld worden.

19 juni 2011

Kippenpak


foto: Mike Babcock
Vandaag staat op de website van de volkskrant, dat 83 % van de Nederlanders (die zijn ondervraagd dan, maar dat is waarschijnlijk redelijk representatief voor de bevolking) de plannen van het huidige kabinet voor het instellen van een boerkaverbod in openbare ruimten steunt.
Ik durf te wedden dat 83% van de bevolking nog nooit iemand in boerka van dichtbij heeft gezien. Ik woon zelf vlakbij Amsterdam, kom ook regelmatig in een aantal andere steden, en heb nog nooit iemand in een boerka gezien.

Het mooie van een vrij land, is nu juist dat je zelf mag weten wat je aantrekt.  Of je nu in bikini over straat wil lopen, of van top tot teen gehuld in een kippenpak. Het kan.
Zelfs een bivakmuts is, ondanks wat men regelmatig hoort roepen, bij wet niet verboden. Je mag best een bivakmuts onder je motorhelm dragen, of met een bivakmuts op gaan schaatsen. Heerlijk warm lijkt me dat. Mijn neus en oren worden altijd het meest koud ’s winters, en een bivakmuts is zo’n beetje het enige kledingstuk dat die lichaamsdelen in een klap allemaal warm houdt.

Wel staat er in sommige algemene plaatselijke verordeningen (APV) iets als “is verboden om vermommingen, zoals helmen, maskers, shawls, bivakmutsen, capuchons, schmink of andere attributen te dragen teneinde zich onherkenbaar te maken”. Je mag dus gerust van alles dragen, als je doel maar niet is om onherkenbaar te zijn.  In dat zelfde rijtje past de boerka al. Je kunt dus als gemeente via een APV regelen, dat het strafbaar is om een boerka, of andere gelaat verhullende zaken te dragen als het doel is om onherkenbaar te zijn. Waarmee dan dus bedoeld wordt, dat het verboden is om te dragen als je van plan bent een strafbaar feit te gaan plegen waarbij het verrekte goed uitkomt als je niet herkend wordt.

Overigens hebben we het dan natuurlijk niet alleen meer over boerka’s en bivakmutsen. Maar ook over goed ingesnoerde regenpakken, een spokenpak met carnaval, eerder genoemd kippenpak en zelfs een grote zonnebril. Feitelijk is het dus bekende Nederlanders verboden onherkenbaar over straat te gaan, om hun fans te ontlopen. Ik zou mijn idool direct aanklagen!

Want zeg nou zelf. Welk argument hebben we nu gehoord dat een boerkaverbod rechtvaardigt? Buiten de onveiligheidsgevoelens die het bij sommige mensen oproept, en die getackeld kunnen worden met behulp van de bovenbesproken APV, is de emancipatie van de (moslim)vrouw het belangrijkste argument. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat zo’n vrouw de boerka moet dragen van haar man. Als dat zo is, is niet het verbieden van een boerka de oplossing, maar moet je die mannen aanpakken. Het is toch van de gekke dat je alleen die vrouw weer naar binnen stuurt, die zonder boerka dan vast helemaal niet meer buiten mag komen, en haar man lekker zijn gang laat gaan? Dat is symptoombestrijding! Gelijkheid van mannen en vrouwen vindt de overheid belangrijk voor zover hier zicht op is maar thuis doe je maar wat je goed dunkt.

Overigens is het heel goed mogelijk dat moslimvrouwen zelf kiezen voor de boerka. Al is het maar om de PVV en soortgenoten te provoceren. Ik krijg verdorie zelf bijna zin om een hoofddoek te gaan dragen. (De dag dat er in Nederland een hoofddoekbelasting wordt ingevoerd, zal ik dat zeker gaan doen. En betalen doe ik niet. Ik waarschuw maar alvast.)

Afgezien van de vraag of een boerkaverbod nou goed of slecht zal zijn voor de emancipatie van de moslima, is een interessantere vraag of onze regering tijd (en dus geld) moet besteden aan het maken van beleid over iets dat ten eerste nauwelijks voorkomt, en waar  ten tweede niemand daadwerkelijk hinder van ondervindt. Je kunt het lastig vinden dat je iemand niet in de ogen kunt kijken, maar dat is nog geen reden om daar een verbod aan te verbinden. Ik vind het inderdaad ook hinderlijk als mijn gesprekspartner zijn zonnebril ophoudt, maar echt last ervan heb ik niet. Het kost me niets, het schaadt me niet, ik vind het alleen een beetje vervelend. Ik vind het ook vervelend als iemand te hard praat, uit zijn mond stinkt, of kauwgom kauwt. Maar dat gaan we ook niet verbieden.

Conclusie: onzin en zonde van de tijd van onze beleidsmakers en het belastinggeld dat aan deze discussie wordt besteed. Landelijk zijn er misschien 150 boerkadragers. En veel buiten komen ze ook al niet. Waar hebben we het over?

17 juni 2011

Dagboek met een slotje

Image: ntwowe / FreeDigitalPhotos.net
Mijn dochter heeft een met een wachtwoord beschermd elektronisch dagboek. Dat wil zeggen, ze heeft een soort van plastic kluisje, dat op batterijen draait en open gaat met behulp van een gesproken wachtwoord. In het kluisje, zit een ouderwets papieren boekje, waarin ze haar diepste geheimen kan schrijven. Ook voor mij prettig, kom ik geen briefjes meer tegen met opschriften als “Mama is stom”.
Het ding komt van de rommelmarkt, dus echt lekker werken doet het niet meer. Zodra de batterijen leeg zijn, is het klepje bovendien eenvoudig te openen zonder wachtwoord. In elk geval heeft ze het idee dat ze een plek heeft waar ze ongestoord haar boze buien jegens haar ouders aan het papier kan toevertrouwen.
Over het algemeen is zo’n ouderwets dagboek, ook relatief veilig te noemen. Op een nieuwsgierig broertje na, zullen je zieleroerselen meestal niet de wereld over gestuurd worden. Zolang je naam niet Anne Frank is, tenminste.
Tegenwoordig gaat het echter meestal anders. Wie neemt er nog de moeite om een pen ter hand te nemen, en in mooie krullen gedachten op papier te vereeuwigen? In een paar seconden je marketing tips de wereld in te twitteren, en daar vooral niet teveel tijd aan te spenderen, daar gaat het om anno 2011. Twitter, Facebook, Bloggen, Youtube. Iedereen kan in meer of minder woorden en beelden zijn boodschap de wereld in sturen. Een groot open dagboek, waaraan de geestelijk exhibitionist zijn hart kan ophalen. Om over de geestelijke gluurders maar niet te spreken.
Echter, steeds meer worden we ons bewust van de impact van wat we zeggen. Ik weet ook wel dat vooralsnog vrijwel niemand mijn blogs leest, maar de inhoud van mijn blogs kunnen wel boven komen als iemand mijn naam googled. Heb ik weer het voordeel dat er meer hondjes zijn die Fikkie heten, en er vrij veel links komen bovendrijven die niets met mij te maken hebben(dat met die paarden, dat ben ik dus niet)[1]. Hoe dan ook, we raken er gelukkig steeds meer van doordrongen dat enige zelfcensuur wel op zijn plaats is. Zo plaatsen we liefst geen naaktfoto’s van onszelf, zetten niet ons volledige woonadres op elke site, en proberen de identiteit en toekomstige carrières van onze kinderen ook een beetje te beschermen, door voorzichtig te zijn met wat we over hen melden. Heel gezond allemaal.
Daarnaast is er natuurlijk ook nog een heel groot gebied van zaken, waarvan je je kunt afvragen of het nu wel of niet een goed idee is om iets op het wereldwijde web te plaatsen. Toen ik nog als juf basisonderwijs op een katholieke school werkte, hield ik mijn atheïstische praat maar een beetje voor mezelf. Dat zou misschien niet zo lekker vallen. Zeker niet gezien het feit dat ik zo nu en dan ook solliciteerde als directeur bij een school van dergelijke allooi. Dan is het niet echt aanbevelenswaardig als je ergens in een blog hebt staan dat je eigenlijk vindt dat religie niet op school thuis hoort, en al het onderwijs openbaar zou moeten zijn.
Buiten dat het je carrière kan schaden, is er ook nog zoiets als angst voor represailles. Verschillende bekende Nederlanders; politici, cabaretiers, columnisten, hebben zelfcensuur toegepast, uit angst voor wraak uit bijvoorbeeld islamitische hoek. En al maak ik mij geen illusie dat mijn blogs door een grote groep gelezen zullen worden, toch houd ik ook hiermee rekening. Niet al te grof, niet al te veel aanstoot geven. Hoewel ik toch ook regelmatig de grenzen op zoek en dan misschien maar blij moet zijn dat toch niemand het leest (neem bijvoorbeeld mijn blog ‘godjes lasteren’…).
Toch denk ik ook wel eens, dat er door sommige mensen eens wat meer zelfcensuur toegepast zou moeten worden. Theo Maassen zegt in ‘Tegen beter weten in’ : ” Schaf de vrijheid van meningsuiting maar af, naar wie dan nog zijn mond open durft te trekken is het waard om te luisteren”. Soms lijkt het dat we allemaal tegen elkaar in schreeuwen, en roepen om het hardst. De domste uitspraken klinken in de media uit monden van partijleden, die ik uit zelfcensuur maar niet bij naam zal noemen. Vrijheid van meningsuiting betekent nog niet dat je per se ongegeneerd en ondoordacht overal je mening over moet geven. Misschien hebben we teveel vrijheid gekregen, om het nog te kunnen waarderen en het ook een ander te gunnen. Iets te vaak, wordt de vrijheid van meningsuiting gebruikt om andermans vrijheid te beknotten. Vrijheid eindigt wat mij betreft echter, waar die van een ander begint.
Misschien moeten we dergelijke mensen, gewoon maar eens een dagboek met een slotje cadeau doen. Kunnen ze lekker ongegeneerd hun boosheid kwijt, zonder dat de hele maatschappij hier last van heeft.



[1] Nu ik er eens over nadenk, het kan ook heel vervelend zijn als iemand met exact dezelfde voor- en achternaam als jij, dingen uithaalt waarvan je liever niet hebt dat ze aan jou worden toegeschreven……voordat je kan toelichten dat jij dat niet bent, ligt je sollicitatiebrief al in het ronde archief.

16 juni 2011

Over stereotypen, vreemde voorvallen en Lange Poten.

Image: FreeDigitalPhotos.net
Heb je ook wel eens het idee dat je proefpersoon bent in een experiment? Dat kan natuurlijk beroepsdeformatie zijn, maar ik had er vanavond toch een beetje last van. Een minder gedeformeerd doch even achterdochtig persoon, zou misschien op zoek zijn gegaan naar de verborgen camera. Hoe dan ook, enigszins vervreemdend was het wel.

Vanochtend deed ik het nog. Les geven over stereotypen en vooroordelen. Dat het activeren van stereotypen automatisch gebeurt. Dat we er feitelijk weinig aan kunnen doen. Dat het wel goed is om ons er bewust van te zijn. Dat het op zich evolutionair gezien ook wel zinvol was, om enigszins achterdochtig te zijn jegens het onbekende. We hebben gesproken over waar het vandaan komt, en hoe het tot gedrag leidt.
En zo hadden we het ook over illusionaire correlaties en hoe dit tot stereotype denkbeelden kan leiden. Een illusionaire correlatie houdt in dat je een relatie ziet tussen twee zaken die in werkelijkheid geen verband met elkaar houden.

Negatieve dingen, vallen ons meer op dan positieve dingen, en minder vaak voorkomende zaken, vallen ons ook vaker op dan meer voorkomende zaken. In een onderzoek van Hamilton en Gifford (1976) werd aan proefpersonen een lijst mensen, verdeeld over twee groepen ( A en B), getoond. Bij elke persoon werd aangegeven bij welke groep hij behoorde en er werd positief, of wel negatief gedrag van deze persoon beschreven. De ene groep (A) was groter dan de andere groep (B), maar de verhouding waarin negatief en positief gedrag werd genoemd, was in beide groepen gelijk. Achteraf werd proefpersonen gevraagd om van gedragingen aan te geven of het werd vertoond door iemand in groep A of in groep B. Het bleek dat het negatieve gedrag vaker aan de kleinere groep toeschreven. Puur het lidmaatschap van een minderheidsgroep zorgt er al voor dat je meer opvalt. Vertoon je dan ook nog opvallend gedrag, dan zijn mensen geneigd dat direct te wijten aan je minderheidsschap. Dat kan zijn weerslag hebben op andere mensen uit diezelfde minderheidsgroep, en zo kunnen stereotype denkbeelden ontstaan. Als je dus als 65 plusser een keer wat jat bij de Albert Heijn en daarbij betrapt wordt, denkt wellicht half Nederland direct dat het bergafwaarts gaat, met die “ouderen van tegenwoordig”. ’t Is maar een voorbeeld, niet direct gaan geloven.

Enfin, vanochtend dus druk mee in de weer geweest met de studenten, en vanavond kom ik thuis, en word ik weer eens met mijn neus haarfijn op mijn eigen stereotype denkbeelden gedrukt. Ik zie al vanuit mijn auto terwijl ik aan kom rijden een blanke jonge vrouw, en een diepzwarte jongeman naar het huis van mijn buren lopen. Op zich is dat blijkbaar al voldoende om mijn aandacht te trekken. Niet dat er geen zwarte mensen in mijn buurt wonen, het zat ‘m waarschijnlijk vooral in de combinatie van een blanke vrouw met een zwarte man. Absurd, geef ik direct toe, maar feit is dat mijn aandacht was getrokken. Ook had ik direct een verklaring gevonden waarom dit blijkbaar bijzondere tweetal bij mijn buren aanbelde. Het waren vast Jehova getuigen. Ik parkeerde mijn auto, zag de buurman ondertussen aan de deur komen en stapte rustig uit. Ik zag aan het hoofd van mijn buurman dat hij in verwarring werd gebracht. Ik groette hem vriendelijk terwijl ik mijn voordeur naderde met de huissleutel reeds in mijn hand.
Op dat moment werd ik ook gesignaleerd door de heer en dame in kwestie, en sprak de jongeman mij aan. “Mevrouw, mag ik u iets vragen….” Bereidwillig als ik ben, wil ik best even luisteren naar het verzoek alvorens ik mij atheïst verklaar en hoor zijn vreemde verzoek aan. De buurman sloot ondertussen zijn deur. De jongen vertelde dat het meisje dat hem vergezelde vlakbij woonde (inclusief huisnummer) en dat ze zo’n zin hadden om monopoly te spelen. Of ik een monopoly spel te leen had. Tja….
Nu kan ik in alle oprechtheid zeggen dat ik per definitie geen bordspellen uitleen aan wildvreemden, dus dat mijn weigering ons Monopoly spel uit te lenen niets te maken had met zijn huidskleur. Ik kan echter niet ontkennen dat ik in de war was door dit vreemde verzoek en misschien ook wel door zijn donkere kleur. Nooit meer zal het bewegen van mijn pion langs Dorpstraat Ons Dorp, het kopen van de Lange Poten, of het huur betalen voor A-Kerkhof, hetzelfde zijn. En hoe ik het echter ook wend of keer, voor de rest van mijn leven verdenk ik alle zwarte mensen van het spelen van Monopoly, met andermans bord.

Hamilton, D. L., & Gifford, R. K. (1976). Illusory correlation in interpersonal perception: A cognitive basis of stereotypic judgments. Journal of Experimental Social Psychology, 12, 392-407.