25 september 2011

Upload


Niet voor niets heet deze blog “Miepmiep’s Mind Upload”. Ik ‘upload’ mijn gedachtenspinsels en deel ze met wie het maar wil lezen. Via de link ‘Over Miepmiep's Mind Upload ', die bovenaan mijn blog staat, kun je zien hoe dat precies zit. Interessant is echter  dat er wetenschappelijk gezien weer een stapje is gezet in de richting van mijn toekomstplannen tot het uploaden van mijn brein. In Berkely zijn een aantal wetenschappers erin geslaagd de hersenactiviteit van mensen, terwijl ze naar een film keken, te scannen en weer om te zetten in beelden (Nishomoto, Vu, Naselaris, Benjamini, Yu, Gallant, 2011). De beelden die ze daarmee wisten te reconstrueren leken in ruwe versie op de oorspronkelijke filmbeelden. Ergens hieronder kun je daarvan een voorbeeld zien.

De onderzoekers hebben met een fMRI-scan, de hersenactiviteit gemeten terwijl er een gewoon filmpje werd afgedraaid. De hersenactiviteit hebben ze met behulp van een database van 18 miljoen secondes  aan youtube-filmpjes (!), omgezet in beelden. Daaruit valt dus af te leiden dat de hersenactiviteit zelf, omgevormd kan worden tot beelden. 
Wat op zich natuurlijk niet zo gek is. We weten tenslotte dat wat we allerlei dingen zien, terwijl er feitelijk alleen licht via ons oog het brein in geschoten wordt en daarna omgezet  in elektrische stroompjes.  Uiteindelijk moeten we dan toch ergens in ons brein die stroompjes omzetten in begrijpelijke beelden, en hoewel wij geen database aan youtubefilmpjes in ons hoofd hebben (dat wil zeggen.....) lijken wij toch in staat te zijn onze omgeving waar te nemen als betekenisvol geheel. Het leuke is natuurlijk dat nu ook die stroompjes buiten een hoofd in tamelijk begrijpelijke beelden zijn om gezet. 
Dat lijkt toch verdomd veel op het uploaden en downloaden van (bijvoorbeeld) speelfilms van Internet! Een persoon zet via de daarvoor bestemde software, filmmateriaal om in nullen en enen en plaatst deze op het Internet. Een ander download de nullen en enen en schuift daar weer wat software overheen om er weer een complete speelfilm van te maken. Alleen dan nu met een menselijk brein als middelpunt van het up- en downloaden. Interessant! Leuk!

Nou zijn we sinds Diederik Stapel nog eens met onze neus op het feit gedrukt, dat we sceptisch mogen en moeten zijn als er mooie onderzoeksresultaten ergens vandaan getoverd worden. Natuurlijk zijn er ook hier wel wat kritische noten. Het aantal proefpersonen bijvoorbeeld, betrof het enorme aantal van 3, waarbij dit ook nog eens co-auteurs  waren. Naar eigen zeggen hoeft dit geen bezwaar te zijn, aangezien ze tenslotte gewoon aan machines gekoppeld zaten en hun hersenactiviteit werd gescand. Volgens hen konden ze het ook niet echt beïnvloeden, aangezien het een vroeg stuk van het visuele systeem betrof, waar intentie weinig tot geen invloed op heeft. Daarin moet ik ze dan voor nu maar op hun woord geloven. Feit blijft dat het een tot de verbeelding sprekend onderzoek is!

Wat zou dit betekenen voor de toekomst? Misschien hoeven we voor een bril a la Geordi La Forge, van Star Trek (waarmee hij, alhoewel blind, rechtstreeks via zijn hersenen zag)  niet meer tot 2395 te wachten. Prachtig toch, hoe science fiction vaak uiteindelijk helemaal niet zo fictief blijkt te zijn.
Zo werden de atoombom, de Ipad en virtual reality games, om maar wat voorbeelden te noemen, eerder in science fiction literatuur beschreven dan dat ze daadwerkelijk waren uitgevonden (Kessler, 2010)!
Wie weet lukt het straks toch nog mijn brein te uploaden, om zo online een ieder ook na het achterlaten van het aardse bestaan inclusief fysieke ongemakken, te blijven lastig vallen met mijn gedachtenspinsels! 

Nishimoto, S., Vu, A.T., Naselaris, Th., Benjamini, Y., Yu, B.  Gallant, J.L. (2011, september 22). Reconstructing visual experiences from brain activity evoked by natural movies. Verkregen op 25 september 2011 van http://sites.google.com/site/gallantlabucb/publications/nishimoto-et-al-2011.
Kessler, S. (2010, september 26). 11 astounding Sci-Fi Predictions That Came True. Verkregen op 25 september 2011 van http://mashable.com/2010/09/25/11-astounding-predictions/.



22 september 2011

Leuke mannen

Zat ik zo eens te bedenken waar ik een blog over zou gaan schrijven, begint ‘de avond van de grote filmquiz’, met Matthijs van Nieuwkerk als presentator. En dat net nadat DWDD was afgelopen. Ik weet dat er mensen zijn die een beetje Matthijs moe zijn, maar ik blijf het toch zo’n leuke man vinden! En aangezien ik best behoefte heb aan wat luchtigheid, maar eens een blogje over mannen. Mijn eigen persoonlijke ongefundeerde, ongenuanceerde en N=1 mening over leuke mannen.

Begin ik maar bij Matthijs, was ik toch al mee bezig. Hij kan bij mij geen kwaad doen. Hij heeft een twinkel in zijn ogen en een ondeugende lach. Een nonchalant uiterlijk met wilde manen, maar wel verzorgd. En soms een beetje verlegen. Lekker hoor. Overigens zit ik nu ondertussen de grote filmquiz ook te volgen en wordt erg op mijn wenken bediend, want in plaats van beelden van films, krijgen we alleen geluid te horen en hebben beeld op Matthijs die ijdel zijn haar modelleert en stofjes van zijn pak poetst. Maar zoals ik al zei, ik ben niet zo kritisch, het is Matthijs ☺.

 Brad Pitt, een hele mooie man, was nog leuker toen hij nog niet met Angelina was en eigenlijk vooral ook nog voor hij met Jennifer Aniston trouwde. Blond, ruig, blauwe ogen. Very cute. Het leuke van Brad Pitt vind ik dat hij niet altijd alleen maar mooie jongen speelt, maar ook zich regelmatig laat verbouwen tot lelijkerd. Een gedeelte van de film dan, want je cast Brad Pitt natuurlijk niet alleen vanwege zijn geweldige spel. Het is dan zo verrassend als ineens die mooie jongen weer tevoorschijn kruipt. Dat is dan toch een soort cadeautje.

Ook Johnny Depp is al een lekker hapje sinds 21 Jump Street. Al wil hij daar zelf dan niet meer aan herinnerd worden, mijn puberbrein vond de serie over jonge undercoveragenten die op scholen infiltreerden briljant en Johnny ben ik sindsdien nooit meer vergeten. Donkere ogen, met een ietwat gepijnigde uitstraling. Hoewel ik dat hedendaagse vreemde snorretje en kwakje haar onder zijn lip niet echt sexy vind. Maar goed, dat kan eraf. Johnny vond ik vooral leuk in zijn jongensachtige stoere tijd. Het excentrieke androgyne spreekt me niet zo aan.

Bruce Willis is stoer, ruw, rauw en mannelijk. Sinds Moonlighting  een van mijn favoriete mannen. Ook komt hij vaak droog en humoristisch uit de hoek, zij het dat dat niet zijn verdienste is natuurlijk, maar die van de tekstschrijvers. Bruce wordt een beetje ouder, maar weet je, zo’n kaal koppie is ook best lekker. Het geeft hem een gedistingeerde look die hij dan met een stoppelbaard, waar hij als testosteronbommetje vast niet zo lang over doet, combineert en stoer afmaakt.

George Clooney is een man die natuurlijk niet kan ontbreken in het bespreken van leuke mannen. Hoffelijk, afstandelijk, onbereikbaar en gedistingeerd met een ondeugende twist.

Sean Connery is inmiddels hoog bejaard en daarmee verreweg de oudste in mijn rijtje (zelfs ouder dan mijn pa...), maar nog altijd een heer en mooier mét baard en (restje) wit haar dan in zijn James Bond tijd. 

Enig, al die bekende mannen maar in principe hoef je niet ver weg voor leuke mannen. Wordt wel een beetje tricky natuurlijk, maar ik zal ook de leuke mannen in mijn omgeving zo anoniem mogelijk eens proberen te bespreken. Allereerst natuurlijk mijn eigen mannetje. Die is leuk om alles, maar waar ik ooit als eerste voor viel en nog altijd voor val, dat zijn z’n blauwe ogen die soms de twinkel van Matthijs hebben, en soms de weemoed van Johnny. Verder heeft hij de droge ironie van Bruce en het korte haar van Brad met gedistingeerd grijs als Clooney.
Aangezien de meeste mannen geen Brad Pitt’s of Bruce Willis zijn en ik het zelf ook meer van mijn karakter moet hebben (en dat maakt het in mijn geval eigenlijk alleen nog maar moeilijker, hihi), ligt de lat in de directe omgeving toch net iets minder hoog. Sommige mannen zijn bijvoorbeeld heel leuk met je ogen dicht. Zo ken ik een tweetal mannen met een geweldige sexy, diepe, zware stem, die qua uiterlijk echter geen enkel vlammetje bij mij doen opleven (zo niet afstoten) en waarvan de persoonlijkheid me nu ook al niet direct aanspreekt. One out of three is toch too bad.
Wel leuk, zijn mannen met mooie ogen, motorrijders (stoer én kwetsbaar), mannen waarmee je kan lachen, oudere mannen, soms ook jongere mannen, mannen met lang haar (maar niet als ze bovenop kaal zijn, jak),  en stiekem toch ook wel mannen met status (maar alleen als ze daar niet vervelend van worden). En verder kan ik ook de gevoelige, onzekere man heel sexy  vinden. Mits bijzonder intelligent en met humor, natuurlijk. Hoe dan ook, leuk om zo even te mijmeren over mooie mannen. Wij vrouwen kunnen dat maken, vind ik. Maar wee je gebeente als mijn hubje een blog over sexy vrouwen gaat schrijven. Dan word ik boos.

21 september 2011

Kortste blog

Ik ben doorgaans nogal lang van stof.
Maar zullen we het er gewoon eens niet meer over hebben.
Geen aandacht meer aan geven?
Dat schijnt over het algemeen wel te werken bij onhandelbare kleuters.
kleuter die niet naar school wil.


08 september 2011

Stapel

Woensdag hoorde ik op de radio dat Diederik Stapel data van zijn onderzoeken heeft verzonnen. Op zich knap.

Het is vast een hele klus om zo’n SPSS bestand bij elkaar te verzinnen. Niet zo’n klus als daadwerkelijk het onderzoek uit te voeren, natuurlijk, maar toch. Geen wonder dat hij cum laude is gepromoveerd. Als je je data zelf verzint, verzin je ze ongetwijfeld in een richting die je op prachtige wijze kunt verklaren en onderbouwen.

Ik vraag me af of hij experimenten heeft uitgevoerd en de echte resultaten heeft vervangen door spannender data, of dat hij die hele fase helemaal maar heeft overgeslagen. “Schat, ik ga naar mijn werk!” En op het werk had hij al aangekondigd dat hij deze week veldwerk zou doen.  Ondertussen zat de beste man duimen te draaien in een café in de binnenstad. Onder het genot van het biertje, had hij dan prachtige tabellen met resultaten uit zijn pen getoverd. Zelf bedacht. Tot er genoeg tijd verstreken was om weer naar huis te gaan.

In Nederland levert dit schandaal een aardige storm op binnen de psychologie die vast nog niet geluwd is. Vooral in Tilburg en contreien. Roos Vonk, de meest aaibare, vegetarische en beroemdste sociaal psycholoog van Nederland,, heeft zich laatst nog laten verleiden om uitspraken te doen over vleeseters, naar aanleiding van een onderzoek met de data van Diederik Stapel. Ik neem mevrouw Vonk niets kwalijk. Wie verwacht er nou dat een wetenschapper zijn getalletjes gewoon verzint!? Het enige dat haar verweten kan worden is misschien dat ze wat te gretig boven op  de data sprong die koren op haar vegetarische molen waren.  Daardoor  was ze wellicht te weinig kritisch en te ongeduldig om een publicatie af te wachten. Snel scoren past bij deze snelle tijd met social media waarin het laatste nieuws ronddwaalt, lang voor de  serieuze media de bronnen hebben kunnen nagaan. Snel je gegevens bekend maken in plaats van de lange gang via een gerenommeerd tijdschrift af te wachten. Dat kan tenslotte jaren duren. En daar is de strijd tegen het vlees  niet bij gebaat.

Hadden mevrouw Vonk en andere collega’s van Stapel moeten weten dat Diederik jokte? Er zijn mensen die beweren dat zij heel goed leugenaars kunnen ontdekken, maar uit onderzoek blijkt dat zelfs mensen die uit professioneel oogpunt regelmatig met leugenaars te maken hebben, zoals leerkrachten (!), sociaal werkers en politieagenten, nauwelijks vaker een leugen weten op te sporen, dan op basis van het toeval verwacht mag worden (Vrij, Akehurst, Brown & Mann, 2006).  Het blijkt dat het reuze moeilijk is om vast te stellen of iemand liegt. En de mensen in het genoemde onderzoek, waren zelfs beducht op leugens, terwijl niemand had verwacht dat een psycholoog met de status van de heer Stapel zich hierin zou verliezen.

Maar enfin, ondertussen heeft dhr. Stapel wel vele malen gepubliceerd in gerenommeerde tijdschriften, zoals de ‘Journal of Personality and Social Psychology’. En niemand weet op dit moment nog, welke onderzoeken wel echt zijn en welke niet. Met uitzondering van Stapel zelf, natuurlijk. Al zou er maar één onderzoek verzonnen zijn en de rest echt uitgevoerd, dan nog zou geen enkel artikel van de hand van deze man ooit nog serieus genomen kunnen worden.

Hoewel, de vraag is in hoeverre deze fraudezaak doordringt bij de internationale tijdschriften. Ongetwijfeld zullen de editors van de betreffende tijdschriften het vernemen, maar verdwijnen de artikelen uit de elektronische databases? Verdwijnen ze ook uit de verspreidde papieren versies? Of blijven deze artikelen nog decennia lang opvraagbaar voor nietsvermoedende internationale studenten  en wetenschappers die niet weten dat het om gefingeerde data gaat?

Ik heb ook wel eens ergens gelezen, dat de inhoud van een boodschap die in eerste instantie verworpen wordt omdat die gebracht werd door een onbetrouwbare bron, na verloop van tijd toch weer in de herinnering opduikt en dan toch ‘geloofd’ wordt, omdat men vergeten is dat er sprake was van een onbetrouwbare bron.  Ik weet alleen niet meer precies waar ik dat gelezen heb……
Grapje…..dit effect noemen we in de psychologie het ‘sleeper-effect’ (Hovland en Weiss, 1951). Het is mogelijk dat door dit effect de gefingeerde resultaten die gepubliceerd zijn in internationale tijdschriften,  toch na verloop van tijd gewoon weer aangehaald en gebruikt worden omdat men vergeten is dat deze auteur  de boel verzonnen had.

Tot slot wil ik mijn zorg uitspreken over mijnheer Stapel zelf. Hij heeft natuurlijk iets gedaan wat absoluut niet kan en zijn ontslag is niet meer dan terecht . Deze man heeft gelogen en bedrog gepleegd. Daarvoor heb ik geen goed woord. Maar, waarom hij dit heeft gedaan. Was het de druk? Het moeten publiceren? Was het de drang naar erkenning? Is hij wellicht een pathologische leugenaar?Wat beweegt iemand om dit allemaal bij elkaar te verzinnen? Als je geen plezier hebt in daadwerkelijk onderzoek doen, kun je toch een andere baan zoeken? Ga bijvoorbeeld les geven op een Hogeschool!

De man is getrouwd, heeft twee kinderen. Hij ziet er uit als een lieve papa. Ik hoop dat hij de komende tijd vooral gebruikt om inderdaad een goede, lieve papa te zijn en te blijven. Zie wat het meest van belang is. De rest komt later. Mijnheer Stapel, veel sterkte.


NB: 



03 september 2011

Het Gesprek

Altijd heb ik mij heilig voorgenomen mijn kinderen niet voor te liegen. Van mij zouden ze niet tot in lengte van dagen horen dat het een ‘hulpsinterklaas’ is, als ze ontdekken dat de Sint van school er anders uit ziet dan ‘die van de TV’. Ik zou simpelweg “Nee” antwoordden, op de vraag:”Mam, bestaat Sinterklaas?”. Geen bedrog, geen gejok. Geen kinderen die teleurgesteld zijn in paps en mams en voor de rest van hun jeugd twijfelen aan de geloofwaardigheid van hun ouders.

Het advies luidt doorgaans, dat je het je kind zelf moet laten ontdekken. Waar die wijsheid op gebaseerd is, is mij niet geheel duidelijk, maar ik heb flink mijn best gedaan. Prikkelende vragen gesteld: ”Hoe kan Sinterklaas nu bij al die kinderen tegelijk cadeautjes brengen?”. Pakpapier met zwarte pietjes erop laten slingeren, schoencadeautjes oningepakt in de kast bewaren op een plek die gewoon openlijk toegankelijk is…Maar de definitieve vraag kwam niet.

Nu is onze oudste natuurlijk ook pas 7 jaar. Zeven en een half jaar, om precies te zijn. Niet bizar oud om nog heilig in Sint te geloven. Toch viel het me eerlijk gezegd een beetje van haar tegen.
Zelf was ik 5 jaar toen ik vroeg of Sinterklaas echt bestond en ik eenvoudig te horen kreeg hoe het zat. Blijkbaar waren de dagelijkse verkleedpartijtjes als Sint en Piet in mijn klas, voldoende aanleiding om te bedenken dat wat wij konden, de grote mensen vast beter konden. Ik ontpopte mij daarna (maar vast ook wel daarvoor) als een ongetwijfeld bijzonder irritante betweter en wees mijn klasgenootjes er op dat “Sinterklaas Kapoentje” een veel te hebberig liedje is en “Zie ginds komt de stoomboot” een acceptabeler alternatief.
Van mijn dochter had ik minstens de zelfde scherpheid van geest verwacht. En gehoopt wat wankelingen in haar geloof te zien. Maar niets van dat alles. Het kon natuurlijk zijn dat ze veel slimmer is dan ik en gewoon stilzwijgend van haar geloof is gevallen. Echter, ook dat bleek vanavond niet het geval te zijn geweest.

Maandag moet ze weer naar school. Ze zit dan in groep 5. In een nieuwe klas, met maar een paar kinderen die ze kent, waarin ze waarschijnlijk de jongste is. De pepernoten liggen sinds gisteren al weer in de winkel en voor dat we het weten starten op de televisie de eerste Sinterklaasprogramma’s. Kortom, de Sinterklaasspanning begint vrij snel na de start van het schooljaar. Nu wil het geval dat in groep 5 op de school van mijn dochter, Sinterklaas geen cadeautjes meer komt brengen maar de kinderen voor elkaar cadeautjes verzorgen verpakt in een surprise. En als voormalig juf van groep 5 weet ik dat het toch wel verdomde handig is, als je als kind dan weet hoe het zit. Als je dat namelijk niet weet is de kans vrij groot dat dit je wordt uitgelegd door je klasgenootjes. Het lijkt mij bijzonder vervelend om als een van de laatste kinderen in je klas erachter te komen dat het hele land je collectief in de maling heeft genomen. Deze mogelijke vernedering wilde ik ons meisje, dat toch al het guppie van de klas zal zijn, besparen.

Enfin, ik heb het haar dus vanavond na het voorlezen van het dagelijkse verhaaltje, verteld.
“Ik ga je een groot geheim vertellen. Een geheim dat alle grote mensen en grote kinderen in Nederland kennen en ze niet aan de kleine kinderen vertellen. Jij mag het dus ook niet aan kleine kinderen vertellen, zoals je zusje. Het is een geheim, dat je misschien wel niet zo heel leuk zult vinden.”
Ze kijkt me aan en vindt het wel spannend. Ze lijkt zich geen zorgen te maken. Het klinkt alsof ze in een complot wordt opgenomen, en zo is het feitelijk ook. Ik weet even niet hoe ik verder moet gaan en dat zeg ik haar. Ik vraag haar of ze al een idee heeft waar het over gaat, ze zegt van niet.
“Die cadeautjes, die je van Sinterklaas krijgt. Van wie krijg je die denk je?”
“Van Sinterklaas dus”. Een zuiver logisch antwoord gezien mijn vraagstelling.
“Hm….en hoe denk je dan dat Sinterklaas bij al die kinderen in Nederland tegelijk cadeautjes kan brengen?”
Daar heeft ze zichtbaar over nagedacht:
“Sinterklaas heeft sleutels van alle huizen, en hij heeft heel veel Pieten en die brengen alle cadeautjes rond over de HELE wereld.”
Zo komen we er blijkbaar niet. Ik leg het dan maar gewoon uit. Dat papa en mama al die cadeautjes kopen, dat Sint Nicolaas een mijnheer is geweest in een ver verleden die geld gaf aan de armen. Dat we dat nog steeds vieren, door elkaar cadeautjes te geven. Ze is niet vreselijk geschokt maar ik zie langzaam wat vraagtekens ontstaan en voorzichtige twintig centstukken (bij gebrek aan kwartjes) vallen.

“Dat is toch zonde van al dat geld! Als jullie al die cadeautjes voor ons hebben gekocht.” Verder vraagt ze zich af of wij dan arm zijn, aangezien Sint Nicolaas alleen aan arme mensen geld gaf. Natuurlijk zeg ik dat wij niet arm zijn. Waarop zij stelt dat ik vanmiddag nog gezegd heb (nadat we tassen vol nieuwe kleren voor haar hadden gekocht,) dat ze me blut had gekocht!
Zo volgen er nog wat vragen. Wie schrijft zo mooi die briefjes in haar schoen (Papa kan heel mooi schrijven). Hoe doen we dat dan met pakjesavond? (Papa doet net alsof hij naar de wc moet) Waarom zaten de cadeautjes in een vuilniszak als de vergeetpiet niet echt de sintzakken was vergeten? (Die waren we kwijtgeraakt bij de verhuizing) Waar verstoppen jullie dan de cadeautjes? (Ja, dat houden we even voor onszelf).

Graag zou ik mijn verhaal hebben onderbouwd met leuke onderzoeksresultaatjes, maar ik heb gemerkt dat er zeer weinig onderzoek is gedaan naar het geloof in mythische figuren in het algemeen, en al helemaal niet naar Sinterklaas. Geen onderzoeker die de doelgroep ook wil gaan enquêteren, natuurlijk. “Geloof jij in Sinterklaas?”. Ik zie de boze moeders al achter de betreffende promovendus aanrennen. Niemand die de verantwoordelijkheid wil nemen voor het van het geloof af brengen van massa’s jonge proefpersoontjes. Je zou niet alleen de boze moeders, maar vrijwel de hele samenleving tegenover je krijgen. Miljoenen mensen spelen tenslotte jaarlijks mee in het Grote Sinterklaascomplot.
Het Grote Sinterklaascomplot, waar mijn dochter nu ook deel van uit maakt.