Je moet het maar durven. Eerst even 55
onderzoeken bij elkaar jokken, en dan: op de dag dat de enorme omvang van jouw
fraude wordt bekend gemaakt, op de dag dat 70 coauteurs worden beticht van kritiekloos mee publiceren, op
de dag dat internationale, wetenschappelijke, sociaal psychologische
tijdschriften wordt verweten onvoldoende te ‘reviewen’, op de dag dat deze
tijdschriften daarnaast ervan beschuldigd worden aan te zetten tot het
weglaten van resultaten, op de dag dat de sociale
psychologie, niet alleen in Nederland, maar internationaal, zo’n schop krijgt dat de laatste 25 jaar aan
onderzoek op sociaal psychologisch gebied
nooit meer zonder argwaan bekeken zal en mag worden, op die dag maak je
bekend dat je er zelf ook een boekje over hebt geschreven.
Lef kan Diederik Stapel niet ontzegd worden.
Dat was sowieso al tamelijk duidelijk. Het vergt tenslotte aardig wat
brutaliteit om jaar na jaar (na
jaar na jaar) mooie onderzoeksresultaten te publiceren, afkomstig uit je dikke
duim. Ik zou echter een beetje meer waardering voor hem hebben kunnen
opbrengen, als hij zoet zijn mond had gehouden en nooit meer de publiciteit had
gezocht. Hij heeft echter besloten om publiekelijk ‘door het stof te kruipen’,
te vertellen dat hij ‘verdriet en schaamte voelt’, om daarbij en passant zijn
binnenkort uit te komen boek ‘Ontsporing’ te promoten. Ik mag hopen dat de opbrengst
van zijn boek rechtstreeks wordt gestort op de rekening van de Nederlandse Organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en andere financiers die miljoenen euro’s
hebben uitgegeven aan Stapels’ praktijken.
Als ik heel eerlijk ben, zou ik best willen
weten wat de man bezield heeft. Een kijkje in deze zieke geest (of misschien nog
wel enger: gezonde, berekenende geest). Lezen wat voor iemand het nu eigenlijk
is. Hoe zijn bedrog langzaam ontwikkelde van een keertje een negatief resultaatje
wegmoffelen, tot het schrijven van een artikel voor ‘Science’ op basis van volledig
gefingeerde data. Ik zou best willen weten of hij in zijn dagboek gedurende zijn
fraude een soort berouw toonde, of dat hij eigenlijk in zijn vuistje lachte. Of
hij de naïviteit van zijn collega’s en tijdschriften bespotte, of dat hij zich
verwonderd afvroeg waarom hij er mee weg kwam. Of hij zich onoverwinnelijk waande,
of voortdurend in angst leefde ontdekt te worden.
Eigenlijk zou ik dat allemaal wel willen weten.
Maar ik verdom het om Diederik Stapel van inkomen te voorzien. En ach, waarschijnlijk heeft
hij dat hele boek toch bij elkaar verzonnen.