10 december 2013

Lowlife

Ik zat in de bus naar huis.
Achter mij zat een meisje vrij luid te praten, zodat ik alles kon horen.
Het antwoord hoorde ik niet, dus mijn conclusie was dat ze aan het telefoneren was.
Ze sprak over pesten en bedreigen. Er was een jongen die weggepest moest worden en dat zou  “zo’n leuk” meisje uit haar klas wel even voor elkaar krijgen, “Ze zei dat ze al 17 jaar pestte, en dat ze zich daar niet voor schaamde”.  Verder was er ook nog een “gek wijf” dat mensen bedreigde. Ook erg grappig. Ze maakte onder tafel messteek bewegingen. Ene Samira zou wel denken dat het over haar ging. Nou ja, dat was eigenlijk ook wel zo.
Verder was er blijkbaar sprake van een begrafenis waar de persoon aan de andere kant van de lijn naar toe moest. Het moest wel, maar hij kon niet. “Dan zeg je toch gewoon dat er bij jou ook iets heel ergs is gebeurd, en dat je daarom niet kan? Dan zeg je toch dat er iemand uit mijn familie dood is? Nood breekt wetten.” Onthoud vooral die laatste opmerking.

Het was mij duidelijk. Dit was een lowlife van de onderste plank. Dit moest wel iemand zijn die aan de rand van onze samenleving  aan een heel dun touwtje bungelde. Iemand nagenoeg in het criminele circuit. Iemand die woont in zo’n instelling voor jongeren die thuis niet meer te handhaven zijn. Enig ethisch besef ontbrak hier volkomen. Liegen, bedriegen en pesten was de norm.

Het gesprek was nog niet over. Ze vertelde over een ontmoeting die ze die middag gehad had, met een mevrouw die haar  ontzettend leuk  en ambitieus vond, en zelfs aan haar zoon wilde koppelen. Zelf vond ze het maar een idioot mens. Was ik het toch nog  even met haar eens: iemand die haar ontzettend leuk vindt, moet wel een idioot zijn.
Het bleek dat het meisje voor haar opleiding met deze vrouw moest spreken. De reden ontging me even, want mijn wereldbeeld viel in duigen toen dit meisje vertelde wat die studie inhield. Ze wil officier van justitie worden en doet nu de studie HBO rechten.


Wat een schrikbeeld dat dit type mens zich moet gaan bemoeien met wat wel en niet rechtvaardig is, wie waarvoor aangeklaagd moet worden en welke straf iemand zou moeten krijgen! Darwin zij dank duurt het nog een hele tijd voordat ze het van HBO rechten tot officier van justitie zal hebben geschopt. Laat staan tot – oh bewaar me – rechter. Hopelijk leert ze voor die tijd nog een heleboel bij en hopelijk hoort daar ook een lesje ethiek bij.  Maar bovenal hoop ik dat zij een niet representatief exemplaar rechtenstudent is. Ik vrees echter het ergste…

10 oktober 2013

Zwarte Piet of Niet?

Ik zie de laatste dagen steeds berichten van facebookvrienden die zich druk maken over mensen die zich druk maken over Zwarte Piet. Er wordt regelmatig geroepen dat “hij zwart is van de schoorsteen”, dat mensen “niet moeten zeuren”, dat het “traditie is” en dat het de “kinderen gegund moet worden”.
Ik ga me nu op deze plek druk maken, over mensen die zich druk maken, over mensen die zich druk maken over Zwarte Piet. Dat is namelijk hip, zulke ingewikkelde reacties op reacties. Ik ben de lulligste niet, dus ben ik gaarne bereid daaraan mee te werken.

Let’s face it: Zwarte Piet is zwart, pikzwart, en dat komt echt niet van de schoorsteen. Dan zou hij nooit zo egaal zwart zijn, maar wit met een paar zwarte vegen, en dan zou ook zijn mooie prachtige pak net zo smerig zijn. Nooit in bad en wel een schitterend witte kraag? Dacht het niet. Bovendien zijn er nauwelijks nog huizen met een fatsoenlijke schoorsteen, dus daar gaat dat verhaal ook al mank.
Nee, hij is zwart omdat we er zwarte schmink op hebben gesmeerd, en dat doen we omdat de figuur zwarte Piet afkomstig is van de zwarte knecht van Sinterklaas uit een tijd dat het tot knecht hebben van een zwarte man, heel normaal was.

Heel wat Nederlanders met een zwarte achtergrond, vinden het kwetsend dat de knecht van Sinterklaas een zwarte is. Dat afdoen met ‘gezeur’ is wel erg makkelijk. Moest Rosa Parks ook maar ‘niet zeuren’ dat ze niet op een blanke plek in de bus mochten zitten? Moesten de zwarten in Zuid-Afrika ook maar ‘niet zeuren’ dat ze alleen op de nie-blankes wc hun behoeften mochten doen? Moesten de Joden ook maar ‘niet zeuren’ toen ze een ster op hun kleding moesten naaien? Als iets kwetsend is, voor zoveel mensen, en dat ieder jaar weer tot uiting gebracht wordt, dan wordt het tijd daar iets aan te doen. Afdoen als gezeur, is geen argument.

Dat iets traditie is, is ook een loos argument. Dat is precies de reden die gebruikt wordt om in Spanje het stierenvechten niet te verbieden, terwijl dat toch echt een vorm van dierenmishandeling is. Bovendien houden we ons ook niet strikt aan andere tradities: elke avond aardappelen, elke zondag naar de kerk, eerst trouwen dan kinderen, een keer in de week met zijn vieren om de beurt in hetzelfde teiltje badderen en geen seks voor het huwelijk. Yeah right. Tradities verdwijnen soms gewoon.

Neemt niet weg dat Sinterklaas vieren absoluut een traditie ís. Eentje waar ik zelf ook veel plezier aan beleef, waar ik elk jaar naar uit kijk en die voor jong en oud leuk is. Maar, laten we wel wezen, het is een volksfeest waar geen klap van klopt.
Voor zover ik weet was Sint Nicolaas de bisschop van Myra, Turkije. Heeft geen snars met Spanje te maken. We vieren zijn verjaardag op 5 december, terwijl de beste man feitelijk een dag later overleden is. Niks niet jarig. Dood. Daarnaast wordt Nicolaas, die iets deed met arme mensen eten geven en kinderen uit de dood opwekken,  tegenwoordig gebruikt voor het in ruime mate verstrekken van plastic nonsens speelgoed. Ook niet helemaal conform het origineel.
De bisschop van Myra had helemaal geen hulp. Hij deed zijn ‘werk’ eeuwen lang gewoon alleen, of werd zo nu en dan eens begeleid door de duivel die hij overwonnen zou hebben. Pas zo’n 250 jaar geleden kwam Zwarte  Piet erbij. En een duivel, of een zwarte, ach, dat liep in die tijd niet zoveel uit elkaar. Eerst was er een knecht, op een gegeven moment kwamen er meer. Dus nu hebben we een huispiet, een hoofdpiet, een zeurpiet, een vergeetpiet enzovoort, enzovoort.
Tegenwoordig zijn er mondjesmaat ook meisjespieten. Ze spelen echter in de verhaallijn vooralsnog nauwelijks een rol van betekenis. Er is in elk geval geen vrouwelijke hoofdpiet of huispiet. Mogelijk hebben vrouwelijke Pieten last van een glazen plafond?

Tradities veranderen. Was het feit dat Zwarte Piet traditie is sowieso al geen goed argument, blijkt ook nog dat die traditie helemaal niet zo’n vaststaand gegeven is en in de loop der tijd behoorlijk is aangepast.

Dan nog het argument dat het de kinderen niet gegund zou zijn. Volgens mij heeft er niemand gezegd dat we onze kinderen niet mogen verwennen met cadeautjes. Heeft er ook niemand gezegd dat we geen pepernoten, speculaas en marsepein mogen eten. Is er ook niemand die verbiedt om een blanke kerel een baard, een jurk en een muts op te zetten. Er is zelfs niemand die zegt dat die blanke kerel geen hulpjes mag hebben.
Iedereen gunt onze kinderen een leuk feest. Al onze kinderen. Ook de gekleurde. Alleen liefst wel een feest dat niet steeds maar de blanke als ‘baas’ en de zwarte als ‘knecht’ positioneert en zo de oude koloniale verhoudingen fijntjes benadrukt. Een feest waarbij jongetjes gerust een stofzuiger mogen vragen en meisjes een raceauto.

Ik ben een ontzettende fan van Sinterklaas. Ik vind Piet hartstikke leuk. Het is voor mij alleen geen vereiste dat Piet zwart is.
Tradities veranderen, en de traditie van Sinterklaas is al heel vaak veranderd. Waarom dan niet nog wat meer aanpassen? Stop alle Zwarte Pietjes in bad, dan hebben we gewoon Pieten. Of schmink ze niet meer volledig, maar geef ze alleen een paar vlekken: dan is het schoorsteenverhaal tenminste nog te verdedigen. Sint kan elfjes of kabouters in dienst nemen, uitzendkrachten inhuren of, gezien de vergrijzing ,de babyboomers inzetten. Het doet er niet toe. Laten we onze fantasie gebruiken zoals dat bij een magisch kinderfeest als Sinterklaas hoort, en er een feest van maken waar iedereen van kan genieten.


02 juni 2013

Bokito en het hertje in de Waterleidingsduinen

Image courtesy of dan/ FreeDigitalPhotos.net
Vandaag eens lekker ongenuanceerd en verder niet onderbouwd met wetenschappelijke bronnen voor me uit denken. Zo, die opmerking zorgt er alvast voor dat je me op dat gebied niet onderuit kan halen. Niemand die kan zeggen:”Ja, maar, waar baseer je dat eigenlijk op?”. Want dan zeg ik: ”Puur op mijn eigen observaties en aannames. Dat schreef ik toch al in de eerste zin”. En als iemand dan zegt: ”Nou, wel een beetje kort door de bocht”, dan zeg ik: ”Klopt. Lekker ongenuanceerd”.

Eigenlijk is bovenstaande al meteen weer een voorbeeld van wat ik vandaag eens wilde bespreken, alhoewel niet volledig, maar ook die opmerking is daar weer een voorbeeld van. Ik ben geneigd mijzelf voortdurend te verontschuldigen, twijfel continu aan al mijn besluiten en wil alsmaar als ik een uitspraak doe, deze indekken tegen mogelijke tegenwerpingen door mijn eigen stelling bij voorbaat zelf al maar vast onderuit te  halen. Achteraf bedenk ik me wat ik anders had moeten doen, wat ik eigenlijk had moeten zeggen en welk effect ik daarmee zou hebben bewerkstelligd.
Zoals het er nu staat klinkt het nogal zwakjes. Het klinkt als een bang hertje in de Waterleidingsduinen met van die grote (reebruine) ogen die enigszins ondervoed (mensen uit de regio kennen dit probleem) per ongeluk op het voetgangerspad terecht komt, net op het moment dat er een man met zo’n stok met van die wapenplaatjes erop langsloopt, en niet weet of ze weg moet rennen of net doen of ze van plastic is. 
Toch kan ik bovenstaand zwaktebod samenvatten in een woord waardoor het in een keer een stuk minder lullig klinkt: Reflecteren.

Reflecteren is steeds maar weer je eigen gedrag tegen het licht houden. Reflecteren is kritisch zijn op jezelf. Reflecteren is een continu proces van verbeteren. Reflecteren is leren. Reflecteren is vooruitgang. Reflecteren is meer dan evalueren. Reflecteren is Kolb, Korthagen en de PDCA-cyclus. Reflecteren kan SMART, reflecteren kan STARR, reflecteren is bij tijden ook ontzettend vermoeiend, vervelend en, om maar bij de kern van mijn betoog te komen: heel vrouwelijk.

Deze week zat ik te lunchen met twee mannelijke collega docenten. Aardige kerels, niks mis mee. Ze spraken over hun lessen en over de studenten. “Ja, dat vinden ze prachtig, als ik dat vertel”, pochte de een. “Ze vonden het reuze interessant”, vertelde de ander. Zo volgden er nog wat van die zelflovende opmerkingen van beide heren. Geen greintje zelfkritiek, niet zichzelf onderuit halen, geen verbeterpunten. Gewoon lekker ongegeneerd zichzelf ophemelen. Waar ik normaal altijd in een soort van bewondering achterover leun en zuchtend wens dat de studenten naar mij eens, zo vol respect, in extase luisterden, kreeg ik ineens een inzicht als ware het een blikseminslag.

Deze heren zijn geen haar beter in het geven van onderwijs dan ik. Ik heb bij beide wel eens een les bijgewoond en beide hebben sterke en zwakke punten, net als ondergetekende. Het grote verschil is alleen dat zij niet met hun zwakke punten te koop lopen; verkopen doe je tenslotte door de waar aan te prijzen. Waar ik in het openbaar voortdurend loop te reflecteren (en ja, ik ben mij ervan bewust dat dit blogje feitelijk ook weer zo’n reflectiemoment is, zucht), zijn zij niet openlijk zelfkritisch.
Typisch mannelijk; vooral je sterke punten benadrukken en de zwakke wegmoffelen. De grote vraag is natuurlijk of de zichzelf op de borstkloppende Bokito’s  zichzelf ondertussen ’s avonds in slaap huilen, of dat ze daadwerkelijk minder tot reflectie en zelfinzicht in staat zijn.

Wat daarop ook het antwoord is, het lijkt me ondanks dat reflectie vooral in educatief opzicht zeer gewaardeerd wordt, prettiger en handiger om de mannelijke aanpak te volgen. Ik weet niet hoe  het met jullie zit, maar doorgaans ben ik geneigd te geloven wat mensen over zichzelf zeggen. Ik denk dat dit ook opgaat voor leidinggevenden en bijvoorbeeld potentiële toekomstige werkgevers. Als je zegt dat je een sukkel bent dan zul je dat ook wel zijn. Als je zegt dat je dingen heel goed kan, heb ik bij voorbaat geen reden om daaraan te twijfelen.

In evolutionair perspectief, valt een en ander ook te verklaren. Mannetjes moesten om het voorbestaan van hun genen te garanderen eerst de vrouwtjes voor zich winnen en vervolgens het kroost en de bijbehorende vrouw beschermen. Dan kan je maar beter sterk over komen: meer imponeren betekent meer kans bij de vrouwtjes en makkelijker overleven omdat mogelijke vijanden je bij voorbaat maar ontlopen. De vrouwtjes moesten juist beschermd worden, dus je wat onnozel en afhankelijk opstellen betekende meer kans op het uitlokken van beschermende handelingen van de mannetjes, en dat leidde dan vanzelf wel weer tot meer kans op voortplanting.


Verdorie.  Ik had nog zo gezegd dat ik ongenuanceerd ging zijn en niet ging onderbouwen. Aankomen met de evolutietheorie lijkt verdraaid veel op verantwoorden. Dat is toch zo vrouwelijk. Niet gewoon: “Natuurlijk is wat ik zeg waar!” maar het nodig vinden om te laten zien dat het hout snijdt, wat je beweert. Altijd weer behoefte hebben je geraaskal te ondersteunen met theorie. 

Wetenschap is zo verdomde vrouwelijk.



18 januari 2013

Boos!


Over het algemeen is Lieve een lief, vrolijk meisje. Niet moeilijk, geen problemen.
Maar soms is ze dat niet.

Vanavond stond er een gezellig muziekje op, en ze was heerlijk aan het meezingen. Ondertussen kleedde ik haar uit. We hadden kort ervoor al liedjes gezongen onder het tandenpoetsen. Heel gemoedelijk en gezellig allemaal.
Misschien had het iets te maken met dat ik haar zus wegstuurde, die wilde komen dansen in het kamertje van Lieve. Dat werd net even te druk, zo vlak voor het slapen gaan, vond ik. Lieve begon enorm te schoppen. Haar uitkleden is dan niet meer te doen. Ik zette de muziek maar even uit, zo gezellig was ze tenslotte niet meer. Dat maakte haar eigenlijk nog bozer. Maar ik vertikte het om haar dwarse gedrag te belonen door haar haar zin te geven. Verstandelijk beperkt of niet, er zijn grenzen.
Ik weet dat afleiden vaak het beste helpt. Dus ik probeerde wat te knuffelen terwijl ik haar schoppende benen ontweek. Het lukte niet erg vanavond. Ik moest er ergens ook wel om lachen, want net zoals je dat bij peutertjes vaak ziet, klopten haar woorden niet met haar daden. "Luisteren!" sprak ze streng tegen zichzelf, "lief zijn!",  maar ondertussen schopte ze mij voortdurend en spatte het vuur uit haar oogjes. Ze kon haar boosheid niet zomaar stoppen.
Uiteindelijk lukte het me haar in bedwang te houden en haar luier te verschonen. Ze leek weer wat gekalmeerd. Ik zette haar rechtop op de commode. Ik hoopte op een knuffel, een kusje, even goedmaken. Maar wat ik kreeg was een paar scherpe nageltjes die met een snelle beweging doelbewust diep in de huid van mijn wang werden gegraven. Ik zette haar met een zwaai op haar bed, deed het licht uit en liep weg. Het deed zeer, en haar aanval naar mij maakte me verdrietig. Om haar niet verder van streek te maken kon ik maar beter weg gaan.

Het is geen prettig gevoel, je zult het wel weer een paar dagen blijven zien, maar ik weet dat ze het allemaal niet begrijpt. Dat ze nu eenmaal niet beter weet. Ik wil niets liever dan weer gewoon vriendinnetjes met haar zijn. Toen ik zelf weer een beetje was bijgekomen, ging ik terug naar haar kamertje en zag dat Lieve zelf onder de dekentjes was gekropen en eigenwijs met haar armpjes onder haar hoofd lag. “Wil je het goedmaken?”, ze schudde nee. “Wil je een kusje?” weer nee.  “Ben je boos?” ja, knikte ze. Lieve zwaaide kort met haar handje en zei: ”Doei”.

Morgen kruipt ze weer lekker tegen me aan. Morgen gaan haar armpjes weer om me heen, morgen dansen en zingen we weer.