![]() |
Image courtesy of dan/ FreeDigitalPhotos.net |
Eigenlijk is bovenstaande al meteen weer een voorbeeld
van wat ik vandaag eens wilde bespreken, alhoewel niet volledig, maar ook die
opmerking is daar weer een voorbeeld van. Ik ben geneigd mijzelf voortdurend te
verontschuldigen, twijfel continu aan al mijn besluiten en wil alsmaar als ik
een uitspraak doe, deze indekken tegen mogelijke tegenwerpingen door mijn eigen
stelling bij voorbaat zelf al maar vast onderuit te halen. Achteraf bedenk ik me wat ik anders had moeten doen,
wat ik eigenlijk had moeten zeggen en welk effect ik daarmee zou hebben
bewerkstelligd.
Zoals het er nu staat klinkt het nogal
zwakjes. Het klinkt als een bang hertje in de Waterleidingsduinen met van die
grote (reebruine) ogen die enigszins ondervoed (mensen uit de regio kennen dit
probleem) per ongeluk op het voetgangerspad terecht komt, net op het moment dat
er een man met zo’n stok met van die wapenplaatjes erop langsloopt, en niet
weet of ze weg moet rennen of net doen of ze van plastic is.
Toch kan ik bovenstaand zwaktebod samenvatten
in een woord waardoor het in een keer een stuk minder lullig klinkt:
Reflecteren.
Reflecteren is steeds maar weer je eigen
gedrag tegen het licht houden. Reflecteren is kritisch zijn op jezelf.
Reflecteren is een continu proces van verbeteren. Reflecteren is leren.
Reflecteren is vooruitgang. Reflecteren is meer dan evalueren. Reflecteren is
Kolb, Korthagen en de PDCA-cyclus. Reflecteren kan SMART, reflecteren kan
STARR, reflecteren is bij tijden ook ontzettend vermoeiend, vervelend en, om
maar bij de kern van mijn betoog te komen: heel vrouwelijk.
Deze week zat ik te lunchen met twee
mannelijke collega docenten. Aardige kerels, niks mis mee. Ze spraken over hun
lessen en over de studenten. “Ja, dat vinden ze prachtig, als ik dat vertel”,
pochte de een. “Ze vonden het reuze interessant”, vertelde de ander. Zo volgden
er nog wat van die zelflovende opmerkingen van beide heren. Geen greintje
zelfkritiek, niet zichzelf onderuit halen, geen verbeterpunten. Gewoon lekker
ongegeneerd zichzelf ophemelen. Waar ik normaal altijd in een soort van
bewondering achterover leun en zuchtend wens dat de studenten naar mij eens, zo
vol respect, in extase luisterden, kreeg ik ineens een inzicht
als ware het een blikseminslag.
Deze heren zijn geen haar beter in het geven
van onderwijs dan ik. Ik heb bij beide wel eens een les bijgewoond en beide
hebben sterke en zwakke punten, net als ondergetekende. Het grote verschil is
alleen dat zij niet met hun zwakke punten te koop lopen; verkopen doe je tenslotte
door de waar aan te prijzen. Waar ik in het openbaar voortdurend loop te
reflecteren (en ja, ik ben mij ervan bewust dat dit blogje feitelijk ook weer
zo’n reflectiemoment is, zucht), zijn zij niet openlijk zelfkritisch.
Typisch mannelijk; vooral je sterke punten
benadrukken en de zwakke wegmoffelen. De grote vraag is natuurlijk of de zichzelf op
de borstkloppende Bokito’s zichzelf
ondertussen ’s avonds in slaap huilen, of dat ze daadwerkelijk minder tot
reflectie en zelfinzicht in staat zijn.
Wat daarop ook het antwoord is, het lijkt me
ondanks dat reflectie vooral in educatief opzicht zeer gewaardeerd wordt,
prettiger en handiger om de mannelijke aanpak te volgen. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar doorgaans ben
ik geneigd te geloven wat mensen over zichzelf zeggen. Ik denk dat dit ook opgaat voor leidinggevenden en bijvoorbeeld potentiële toekomstige werkgevers. Als
je zegt dat je een sukkel bent dan zul je dat ook wel zijn. Als je zegt dat je
dingen heel goed kan, heb ik bij voorbaat geen reden om daaraan te twijfelen.
In evolutionair perspectief, valt een en ander ook te
verklaren. Mannetjes moesten om het voorbestaan van hun genen te garanderen eerst
de vrouwtjes voor zich winnen en vervolgens het kroost en de bijbehorende vrouw
beschermen. Dan kan je maar beter sterk over komen: meer imponeren betekent meer
kans bij de vrouwtjes en makkelijker overleven omdat mogelijke vijanden je bij
voorbaat maar ontlopen. De vrouwtjes moesten juist beschermd worden, dus je wat
onnozel en afhankelijk opstellen betekende meer kans op het uitlokken van
beschermende handelingen van de mannetjes, en dat leidde dan vanzelf wel weer
tot meer kans op voortplanting.
Verdorie. Ik had nog zo gezegd dat ik ongenuanceerd ging zijn en niet
ging onderbouwen. Aankomen met de evolutietheorie lijkt verdraaid
veel op verantwoorden. Dat is toch zo vrouwelijk. Niet gewoon: “Natuurlijk
is wat ik zeg waar!” maar het nodig vinden om te laten zien dat het hout snijdt, wat je beweert. Altijd weer behoefte hebben je geraaskal
te ondersteunen met theorie.
Wetenschap is zo verdomde vrouwelijk.
Wetenschap is zo verdomde vrouwelijk.