Sinds de middelbare school ben ik feminist.
Althans. Dat vonden mijn klasgenoten. Het kwam voornamelijk voort uit het feit
dat ik een slechte smaak van kleding had (lees: ik droeg een tuinbroek), BOM (bewust ongehuwde moeder) wilde worden bij
gebrek aan enige belangstelling van het mannelijk geslacht voor mijn persoon,
en bovendien natuurlijk geen gelegenheid onbenut liet om te onderstrepen dat
mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. On top of that: ik maakte voor geschiedenis
een werkstuk over Wilhelmina Drücker (Dolle Mina).Ware het niet dat ik op zijn zachtst gezegd een duidelijke voorkeur voor de heren liet blijken, hadden ze me waarschijnlijk ook als lesbisch bestempeld. Op internationale vrouwendag, zou je dus op zijn minst een pittig stukje van mijn hand mogen verwachten.
Gek eigenlijk, dat het steeds maar weer gezegd moet worden dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Gek, dat het nog altijd niet vanzelfsprekend is. Gek ook vooral, dat we het met zijn allen een beetje zat zijn. Op internationale vrouwendag, 8 maart, vandaag, kunnen we vooral vaststellen dat we het moe zijn om het er over te hebben. Er wordt een beetje lacherig over gedaan. Het wordt gereduceerd tot een soort secretaresse dag (overigens een vreselijk denigrerend bedenksel, imho) waarbij je als je niet uit kijkt een bloemetje krijgt. Ondertussen verdienen vrouwen nog steeds minder dan mannen voor het zelfde werk. Maar we vinden het niet eens meer interessant. En toegegeven, het er al jaren over hebben heeft dat verschil ook niet opgelost.
Internationale vrouwendag zal het allemaal in elk geval niet oplossen. Niet ons Nederlandse verborgen seksisme, en ook niet de echte uitwassen van vrouwendiscriminatie in het verre buitenland. Mannen zullen altijd wel flauwe grappen blijven maken, want dat hoort nu eenmaal bij mannen, en vrouwen zullen er wel altijd vaag bij blijven glimlachen, want de weg van de minste weerstand kiezen hoort nu eenmaal bij vrouwen.
2 opmerkingen:
Leuk geschreven!
Voor een vrouw dan.
*glimlacht vaag*
Een reactie posten