24 maart 2012

Schaken en vrouwen.

Ik schaak. Soms. Beroerd. Dat wel. Maar zo lang mijn tegenstander net zo beroerd schaakt, maakt dat niet uit.

Ik heb op de basisschool leren schaken, van Dries. Mijn favoriete meester aller tijden. Dat was eigenlijk zijn achternaam (Driessen), maar voor ons was hij gewoon Dries. Dries was tegen kernraketten, Dries was links, Dries was de meester van de vijfde klas en Dries was onze schaakleraar. Dries heeft een enorme invloed op mij gehad. Dries was gewoon cool.

Ik was toen al niet zo goed in schaken. Ik heb mijn pionnendiploma nog wel op een schaakclub gehaald, maar verder kwam ik niet. Ik heb doorgaans een snelle leercurve in het begin, en dat bleek ook hier. In eerste instantie leerde ik sneller dan de rest, maar daarna werd ik al rap ingehaald door blijkbaar grotere talenten. Mijn leercurve boog af, en ik verloor mijn interesse. Dat was mijn eerste ervaring met een stukje zelfkennis aangaande een behoefte aan snel leren, snel succes, en weinig doorzettingsvermogen.

Zo nu en dan laait het schaakvirus echter weer een beetje op. Zo heb ik als juf basisonderwijs in navolging van Dries ook schaakonderwijs gegeven (als heuse krent zelfs een eigen magnetisch schaakbord in elkaar geknutseld) en heb ik natuurlijk dochterlief schaken geleerd. Zo nu en dan spelen we een potje, en af en toe haal ik ook weer eens wat boeken van de bibliotheek en leer wat bij.

Ook nu weer, ben ik aan het schaken. Via chess.com en facebook. Het leuke is, dat je gekoppeld wordt aan mensen van je eigen niveau. Schaken met iemand die veel slechter of beter is, is namelijk niet zo leuk.

Zo schaakte ik laatst via chess.com ook een potje tegen een facebookbuddy, die stukken beter is dan ik (wedstrijdschaker,  Elo rating tegen de 2000). Dan word ik binnen een paar zetten van het bord geveegd en is er voor beide partijen weinig aan. Overigens beschuldigde hij me er wel tot twee keer toe van, dat ik een schaakcomputer zou gebruiken. Ik weet nog steeds niet of ik dat als compliment of belediging moet opvatten. Compliment omdat ik blijkbaar dat potje beter schaakte dan hij verwachtte, of belediging omdat ik feitelijk twee keer van vals spelen werd beschuldigd én hij blijkbaar bij voorbaat geen redelijke opening van mij verwachtte (ik leer heus wel eens wat bij). Ik neig natuurlijk naar beledigd.

Maar terug naar chess.com. Je kunt er snelschaken, rustig aan schaken waarbij je net als bij Wordfeud gewoon lekker een paar dagen kan wachten met je volgende zet, en ook wat leuke schaakprobleempjes op je eigen niveau oplossen. Hartstikke leuk, en ik word er ook nog een beetje beter van.

Zelfs zo leuk, dat ik er even over dacht, om misschien eens op een schaakclub te gaan kijken. Met het idee dat het leuk zou kunnen zijn om te schaken met “echte mensen”, wat bij te leren, nieuwe mensen te leren kennen, en onder het genot van een glas gevuld met de een of andere alcoholische consumptie na te praten.
Maar dan kom je als vrouw snel bedrogen uit. Niet dat ik iets tegen gezelschappen heb waar vrouwen in de minderheid zijn. Integendeel, anders was ik nooit aan een leuke man gekomen ;-). Maar helemaal geen vrouw, geeft toch te denken. En dan heb ik het nog niet eens over het type man dat er rond loopt. Want dat zou flauw zijn.

Op zoek naar schaakclubs in de buurt, ontdekte ik dat het clubs zijn met alleen maar mannen. Ik zocht verder naar clubs met meer vrouwen, eventueel wat verder weg, desnoods een schaakclub speciaal voor vrouwen... Het blijkt dat dit niet of nauwelijks bestaat en dat het best een langlopende discussie is. Waarom schaken er minder vrouwen dan mannen? Waarom zijn ze minder goed? Hoe krijgen we ze zover dat ze toch gaan schaken? En waarom lukt dat niet?

Dat er heel weinig vrouwen schaken, is een feit. Dat er dan ook minder goede vrouwen zijn, vergeleken met goede mannen, is voor een deel al te verklaren puur op basis van deze enorme verschillen in aantallen. Natuurlijk is het niet onmogelijk dat er tussen het schaarse aantal vrouwen een of meer hele goede zitten, maar de kans is wel veel kleiner dan tussen een grotere groep (zoals die van de mannen).  Extreme scores komen vaker voor in een grotere populatie. Dat is pure statistiek.

Enfin, je bent psycholoog of niet, dus mijn interesse werd ernstig gewekt toen ik tegen een artikel aanliep in de European Journal of Social Psychology, waarin werd onderzocht of als vrouwen en mannen in principe op een gelijkwaardig  niveau schaken, het uitmaakt of je ze vooraf confronteert met genderstereotypen en of ze tegen iemand van de zelfde of de andere sekse schaken (Maass, D’Etole & Cadinu, 2008).

De vrouwelijke proefpersonen werden gematcht met mannen van ongeveer dezelfde rating en ze schaakten tegen elkaar via het Internet. Ze speelden twee potjes schaak tegen dezelfde persoon, maar ze dachten dat ze twee keer tegen een verschillend persoon speelden. In de controle conditie werden geen uitspraken over geslacht gedaan. Hier wonnen vrouwen ongeveer even vaak als mannen.

In de experimentele conditie, werd eerst gezegd dat uit onderzoek was gebleken dat mannen over het algemeen beter schaken dan vrouwen en dat in het huidige onderzoek getracht werd hier meer bewijs voor te vinden. Vervolgens schaakten ze een potje tegen naar wat ze dachten iemand van hetzelfde geslacht, en een keer tegen iemand van het andere geslacht. In werkelijkheid schaakte elke vrouw twee keer tegen dezelfde man, namelijk de persoon waarmee ze op basis van rating was gematcht (en andersom die man dus twee keer tegen die vrouw).

Het bleek dat vrouwen significant slechter schaakten, als ze dachten dat ze tegen een man speelden, dan als ze dachten dat ze tegen een vrouw speelden. Tegen een man speelden ze ook meer gericht op het voorkomen van verlies, dan gericht op winst en met minder agressieve intenties in vergelijking met wanneer ze dachten tegen een vrouw te spelen.

Dat vrouwen minder goed schaken dan mannen, is dus deels te verklaren uit aantallen, en daarnaast ook door heersende genderstereotypen. Want in het werkelijke schaakwereldje, is het overgrote deel van de schakers, stiekem ook gewoon van mening dat mannen beter schaken dan vrouwen (ook dit bleek uit het onderzoek van Maass e.a, 2008). Dat is gemiddeld genomen ook  wel waar, maar zegt natuurlijk niets over het individuele geval. En zeker als je gematcht bent met iemand van gelijk niveau, zou dat gender effect weg moeten vallen. Het is daarom zeker niet ondenkbaar dat ook tijdens schaaktoernooien, waar vrouwen meestal tegen mannen zullen schaken, vrouwen minder goed gaan schaken puur en alleen omdat ze bewust zijn van het feit dat ze tegen een man spelen.

Overigens bevestigde dit onderzoek ook, dat vrouwen minder goed zijn in één belangrijk aspect van schaken. Vrouwen waren namelijk minder goed in het mentaal roteren. Dit komt overeen met het bekende feit dat vrouwen minder goed zijn in ruimtelijke oriëntatie. In een schaakboek staan de witte stukken altijd ‘onderaan’ bij het bespreken van bepaalde stellingen. In een echt spel moet je als je met zwart speelt, het bord in gedachten daarom roteren om de stellingen goed te kunnen herkennen. En dat roteren kunnen vrouwen minder goed (ik zou zeggen, hou dat boek gewoon eens op zijn kop, dames!). Maar ook dit verschil, zou weg moeten vallen als je gekoppeld bent aan iemand van vergelijkbaar niveau, dus neemt deze beperking het genderstereotype effect zeker niet weg.

Mannen zijn dus beter in mentaal roteren, zijn met meer en daarom al beter, en hebben geen last van negatieve gedachtes over hun eigen kunnen veroorzaakt door heersende vooroordelen. Bovendien zijn er stiekem volgens mij ook heel veel mannen die het wel prima vinden, zo’n “herenclub” en helemaal niet zitten te wachten op vrouwen op hun vereniging. Moeten we ons dan echt nog af vragen waarom vrouwen niet enthousiast worden van schaken? Er zijn vooral mannen om tegen te schaken op zo’n vereniging, ze zien je niet heel graag verschijnen, en daar ga je dus eigenlijk ook nog standaard van verliezen. Klinkt niet echt aanlokkelijk.

Als de schaakbond echt wil dat vrouwen en meisjes gaan en blijven schaken, dan moet het volgens mij toch niet zo moeilijk zijn om het voor vrouwen aantrekkelijker te maken. Ik geef een paar tips:

1.     Ga eens echt vrouwen uitnodigen, regel voldoende vrouwen zodat ze ook tegen elkaar kunnen spelen, zonder dat het meteen een women-only clubje wordt.  Zorg voor vrouwelijke rolmodellen, maak het clubgebouw een beetje gezelliger, schaak eens wat vaker in een café, maar laat die pinguin maar zitten.
2.     Doe wat leuks met de website, zorg dat ‘ie up to date is, en dat er niet alleen maar foto’s van oude mannen in troosteloze kale lokalen op staan.
3.     Maak het niet zo hoogdravend; maak duidelijker dat je op elk niveau leuk met elkaar kan schaken. Het lijkt nu dat je goed moet kunnen schaken om bij een club te gaan. Draai het om: wordt beter door bij een club te gaan.
4.     Neem het niet de hele tijd zo serieus en drink ook eens een biertje/wijntje TIJDENS het schaken. Serieus worden kan altijd nog.
5.     Neem het niet de hele tijd zo serieus, en maak eens een gezellig babbeltje tijdens het schaken. Wij houden niet van in stilte naar witte en zwarte vlakjes zitten te staren. Wij willen ondertussen gewoon gezellig babbelen.
6.      Zet eens een gezellig muziekje op.
7.     Laat flauwe grappen over het “schaken van vrouwen” en opmerkingen als “het lijkt nu wel een beetje op jou veroveren” als je aan de winnende hand bent, en er totaal geen reden is om aan te nemen dat je enige kans maakt bij de desbetreffende vrouw, achterwege. Jakkes.

Ik vrees echter dat de heren dat allemaal helemaal niet zien zitten. Die willen gewoon in stilte naar een bord zitten staren, met alleen het tikken van de klok op de achtergrond. En liefst zelfs dat niet. Gewoon een herensocieteit, waar ze onder elkaar kunnen zijn. De alcohol mag pas vloeien na de wedstrijd en borrelnootjes zitten er ook al niet in, want dat kraken leidt zo af.

Eigenlijk leiden vrouwen sowieso van het schaken af. Vorige week heeft de Europese schaakbond daarom het decolleté verboden!! Het enige voordeel dat wij vrouwen ten opzichte van mannen dan nog een beetje zouden hebben, ter afleiding van de mannelijke opponent, is ons ook nog afgepakt! Je bloesje mag nog maar twee knoopjes open, en daarmee basta. Volgende stap is het afbinden van de borsten en een zak over het hoofd…..

Maass, A.,  D’ Ettole, C. and Cadinu, M.(2008) Checkmate? The role of gender stereotypes in the ultimate intellectual sportEuropean Journal of Social Psychology, 38, 231-245.
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GD03NE9VT

Geen opmerkingen: