23 januari 2021

Operatie nierdonatie - deel 4

 Zondag


Vandaag is Veerle* mijn verpleegkundige van de dag. Ik heb wel drie lieve collega's met (bijna) dezelfde naam, en ik vond het als kind al een prachtige naam, dus deze dame heeft direct al een plusje. Ze gaat me helpen met douchen en neemt daarvoor de tijd en dat geeft mij veel rust.

Als ik net helemaal in mijn geboortekostuum in de badkamer sta, met mijn infuushand in plastic gewikkeld en klaar om onder de douche te 'springen', komt de vaatchirurg mijn kamer binnen. Het gesprek verloopt in eerste instantie via Veerle. Of ik zelf nog even de arts wil spreken? Ja, dat wil ik.

Ik krijg mijn Gryffindor badjasje aangereikt en kom te voorschijn. Behalve deze 'beroemde' vaatchirurg, die mij overigens niet heeft geopereerd, staan er nog twee mensen in mijn deuropening. Co-assistenten, gok ik, maar ze worden mij niet voorgesteld. De arts staat al in starthouding om weer weg te rennen, maar stelt mij toch nog wat vragen, met als hoofdvraag of ik mij goed genoeg voel om morgen naar huis te gaan. Uhm...morgen al? Seriously? Ik ga zo voor het eerst douchen en daarbij moet ik nog geholpen worden.....? Ik zie het nog niet zo voor me, en stamel dus "uh...dat weet ik niet?". "Of als u vanavond al naar huis wil....". Ja, ja. Ik weet het, bezuinigingen in de zorg, bedden tekort, en deze ongetwijfeld briljante arts heeft zoveel ervaring dat hij natuurlijk al weet hoe snel het herstel zal gaan en is duidelijk allerminst van aanstellerij gecharmeerd, maar enig inlevingsvermogen in de gevoelens van een niet zo ervaren patiënt zou hem niet misstaan. Ik begrijp de werkdruk en dat hij meer te doen heeft, maar van een gehaaste houding word je niet sneller. Ik ben benieuwd of hij zelf wel eens een stevige operatie heeft doorstaan. Gelukkig kan hij wel heel goed nieren transplanteren en dat is natuurlijk het belangrijkste.

Ik stel hem mijn vraag over de kreatinine. Het is inderdaad verhoogd omdat mijn rechternier nog moet wennen aan de nieuwe situatie. Normaal wordt er bij de donor, hier in het AMC, geen bloed afgenomen zo vlak na de operatie maar pas na 6 weken. Omdat ik zoveel plaste deden ze dit bij mij dus wel. De verpleegkundige wijst hem nog op de uitslag van het urineonderzoek (dat ik zelf nog niet gezien had, straks even kijken) waaruit een hoog niveau leukocyten bleek, maar volgens de chirurg kwam dit omdat het net na het verwijderen van de katheter was afgenomen. De verpleegkundige dringt aan dat hij er tóch nog even naar moet kijken.Mijn bewondering voor haar neemt toe en natuurlijk ben ik benieuwd waarom ze hierop aandringt, dus ga ik na het douchen weer even googelen. Het wijst op een eventuele urineweginfectie, dus dit baart mij niet zoveel zorgen, een blaasontsteking kan ik aan. Bovendien kwam het dus waarschijnlijk gewoon van de katheter.

Enfin, ik elk geval is de chirurg blijkbaar tevreden en dat geeft me de rust die ik nodig heb. Veerle zegt dat ik pas naar huis ga als ik daar zelf aan toe ben (heerlijk, zo'n kordate verpleegkundige die opkomt voor haar patiënten) en dat is goed om te horen. Het infuus mag er nu helemaal af en dat is echt heel fijn. Dus, hup, de net er omheen gerolde vuilniszak kan er weer af. Het is een beetje rood rond de 'prik' dus klopt het wel dat het begon te irriteren. Ik douche lekker met mijn eigen spulletjes en Veerle wast mijn rug en benen, want daar kan ik (nog) niet zelf bij.

Na het douchen trek ik met een beetje hulp een schone pyjama aan en Veerle verschoont ook het bed. Onderwijl hebben we een leuk gesprek. Veerle doet naast haar werk als verpleegkundige de master verpleegkundige wetenschappen en schrijft een scriptie over het effect van beperking van bezoek (door Covid-19, met name tijdens de eerste lock down, geloof ik) op onder meer het herstel van patiënten. Interessant en nuttig. Zoals ik ook regelmatig tegen mijn studenten zeg, biedt deze situatie ons de gelegenheid om dingen uit te zoeken die je anders niet zou kunnen uitzoeken. Je kan tenslotte, alleen al uit ethische overwegingen, niet een experiment opzetten waarin je de helft van je patiënten wél bezoek toestaat en de andere helft niet. Door deze situatie kun je wel veel data verzamelen over de situatie (bijna) zonder bezoek en deze vergelijken met de situatie van patiënten voor die tijd. Was het herstel toen sneller? Hoe zit het bijvoorbeeld met vallen? Als alles dan straks weer normaal is, weet je wel veel beter hoe belangrijk de ondersteuning van familie is. Niet alleen emotionele steun, maar ook bijvoorbeeld het ondersteunen bij een wandelingetje over de gang, is iets wat normaal gesproken vaak meer aan de familie wordt overgelaten, aldus Veerle.

Ik vind dat ik wel weer even voldoende inspanning heb gehad en ga weer mijn net verschoonde bed in. Ik ontdek 's middags dat mijn natte, pas geverfde haar nog een beetje afgeeft. Oeps. Dat kussen wordt vast wel weer schoon de was...

Ik ben de hele zondagochtend een beetje huilerig. Niet meer over mijn eigen gezondheid, ik ben genoeg gerustgesteld. Het is de spanning van het afgelopen jaar, waarin ik toegeleefd heb naar de transplantatie, die is weggevallen. Ik ben opgelucht dat alles met de ontvanger goed gaat, en ook jank ik gewoon om de 'wereld'.

Ik zie op Twitter dat mensen van plan zijn vandaag naar een demonstratie te gaan met borden als 'ga op tijd dood #dorhout' en 'vrijheid' en wordt heel verdrietig van de verharding van onze samenleving waarin twee groepen steeds verder uit elkaar drijven, waarin racisme en extremisme heel acceptabel en normaal lijken te worden, en mensen onder het mom van 'vechten voor vrijheid' er hooguit voor zorgen dat die vrijheid langer op zich laat wachten. Zoveel valse informatie, zoveel leugens en zoveel mensen die lelijke, harde dingen tegen elkaar  zeggen. Waar stevenen we in hemelsnaam op af met zijn allen?


Ik word alweer betrapt op mijn tranen, dit keer door Veerle. Ze is heel lief en wil zelfs gewoon even naast me komen zitten. Superlief, maar ik weet dat ze meer te doen heeft en het is goed. Het gaat mij goed, het is vast de nefrologische variant op kraamtranen. Het was ook best een hele bevalling, mijn litteken lijkt op dat van een keizersnede, dus het mag er zijn. Dit ben ik ook.


Fysiek gaat het hartstikke goed, de pijn is heel dragelijk, het bewegen gaat steeds gemakkelijker, ik plas minder vaak en veel, en afgezien van wat slaaptekort, voel ik me goed.

Later die dag knap ik ook emotioneel op en ga ik nog even bij de ontvanger langs. Een andere verpleegkundige brengt mij met een rolstoel en sleept samen met een collega ook nog een (leeg) bed mee, dus we vormen een soort treintje. Volgens mij hoopte ze eigenlijk dat ik wel zelf kon lopen, maar ik had begrepen dat het best een eind was, dus ik durfde dat nog niet zo goed.

Bij de ontvanger merk ik dat ik niet zo heel veel te zeggen heb en hij voelt zich die dag vanwege een nog te hoge bloeddruk ook niet zo lekker, dus ik stap vrij snel weer op. Maar toch goed om hem even gezien te hebben.

Ik heb een nummer gekregen, dat ik kan bellen zodat ze mij ophalen. Ik houd echter niet van bellen, voel me best sterk en bovendien was het lang niet zo ver als ik dacht. Dus als een oud vrouwtje met een rollator heb ik mijzelf en de rolstoel naar mijn afdeling gebracht. Ging prima.


's Middags komt mijn lief en dat is fijn. De vrouw van de ontvanger komt een illegaal (want eigenlijk is er maar één bezoeker per dag geoorloofd) bezoekje brengen en dat is ook een prettig gesprek. Het is voor haar natuurlijk allemaal heel heftig en het moet raar zijn dat de gezondheid van je man van een buitenstaander afhangt. Mooi dat het kan, maar raar.


Over het algemeen dus een prima dag, maar naar huis? Dat doen we morgen wel.


*naam veranderd in verband met privacy

Geen opmerkingen: